Werkwoordvervoeging

Vervoegen Bandagieren In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich bandagiere
  • du bandagierst
  • er/sie/es bandagiert
  • wir bandagieren
  • ihr bandagiert
  • sie/Sie bandagieren

Präteritum

  • ich bandagierte
  • du bandagiertest
  • er/sie/es bandagierte
  • wir bandagierten
  • ihr bandagiertet
  • sie/Sie bandagierten

Perfekt

  • ich habe bandagiert
  • du hast bandagiert
  • er/sie/es hat bandagiert
  • wir haben bandagiert
  • ihr habt bandagiert
  • sie/Sie haben bandagiert

Plusquamperfekt

  • ich hatte bandagiert
  • du hattest bandagiert
  • er/sie/es hatte bandagiert
  • wir hatten bandagiert
  • ihr hattet bandagiert
  • sie/Sie hatten bandagiert

Futur 1

  • ich werde bandagieren
  • du wirst bandagieren
  • er/sie/es wird bandagieren
  • wir werden bandagieren
  • ihr werdet bandagieren
  • sie/Sie werden bandagieren

Futur 2

  • ich werde bandagiert haben
  • du wirst bandagiert haben
  • er/sie/es wird bandagiert haben
  • wir werden bandagiert haben
  • ihr werdet bandagiert haben
  • sie/Sie werden bandagiert haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich bandagiere
  • du bandagierest
  • er/sie/es bandagiere
  • wir bandagieren
  • ihr bandagieret
  • sie/Sie bandagieren

II Präteritum

  • ich bandagierte
  • du bandagiertest
  • er/sie/es bandagierte
  • wir bandagierten
  • ihr bandagiertet
  • sie/Sie bandagierten

I Perfekt

  • ich habe bandagiert
  • du habest bandagiert
  • er/sie/es habe bandagiert
  • wir haben bandagiert
  • ihr habet bandagiert
  • sie/Sie haben bandagiert

I Futur 1

  • ich werde bandagieren
  • du werdest bandagieren
  • er/sie/es werde bandagieren
  • wir werden bandagieren
  • ihr werdet bandagieren
  • sie/Sie werden bandagieren

I Futur 2

  • ich werde bandagiert haben
  • du werdest bandagiert haben
  • er/sie/es werde bandagiert haben
  • wir werden bandagiert haben
  • ihr werdet bandagiert haben
  • sie/Sie werden bandagiert haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte bandagiert
  • du hättest bandagiert
  • er/sie/es hätte bandagiert
  • wir hätten bandagiert
  • ihr hättet bandagiert
  • sie/Sie hätten bandagiert

II Futur 1

  • ich würde bandagieren
  • du würdest bandagieren
  • er/sie/es würde bandagieren
  • wir würden bandagieren
  • ihr würdet bandagieren
  • sie/Sie würden bandagieren

II Futur 2

  • ich würde bandagiert haben
  • du würdest bandagiert haben
  • er/sie/es würde bandagiert haben
  • wir würden bandagiert haben
  • ihr würdet bandagiert haben
  • sie/Sie würden bandagiert haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Bandagiere!
  • (wir) Bandagieren wir!
  • (ihr) Bandagiert!
  • (Sie) Bandagieren Sie!

Partizip

Präsens

  • bandagierend

Perfekt

  • bandagiert

Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Bandagieren,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Bandagieren? Typ gewoon Bandagieren in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: