Werkwoordvervoeging

Vervoegen Behagen In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich behage
  • du behagst
  • er/sie/es behagt
  • wir behagen
  • ihr behagt
  • sie/Sie behagen

Präteritum

  • ich behagte
  • du behagtest
  • er/sie/es behagte
  • wir behagten
  • ihr behagtet
  • sie/Sie behagten

Perfekt

  • ich habe behagt
  • du hast behagt
  • er/sie/es hat behagt
  • wir haben behagt
  • ihr habt behagt
  • sie/Sie haben behagt

Plusquamperfekt

  • ich hatte behagt
  • du hattest behagt
  • er/sie/es hatte behagt
  • wir hatten behagt
  • ihr hattet behagt
  • sie/Sie hatten behagt

Futur 1

  • ich werde behagen
  • du wirst behagen
  • er/sie/es wird behagen
  • wir werden behagen
  • ihr werdet behagen
  • sie/Sie werden behagen

Futur 2

  • ich werde behagt haben
  • du wirst behagt haben
  • er/sie/es wird behagt haben
  • wir werden behagt haben
  • ihr werdet behagt haben
  • sie/Sie werden behagt haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich behage
  • du behagest
  • er/sie/es behage
  • wir behagen
  • ihr behaget
  • sie/Sie behagen

II Präteritum

  • ich behagte
  • du behagtest
  • er/sie/es behagte
  • wir behagten
  • ihr behagtet
  • sie/Sie behagten

I Perfekt

  • ich habe behagt
  • du habest behagt
  • er/sie/es habe behagt
  • wir haben behagt
  • ihr habet behagt
  • sie/Sie haben behagt

I Futur 1

  • ich werde behagen
  • du werdest behagen
  • er/sie/es werde behagen
  • wir werden behagen
  • ihr werdet behagen
  • sie/Sie werden behagen

I Futur 2

  • ich werde behagt haben
  • du werdest behagt haben
  • er/sie/es werde behagt haben
  • wir werden behagt haben
  • ihr werdet behagt haben
  • sie/Sie werden behagt haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte behagt
  • du hättest behagt
  • er/sie/es hätte behagt
  • wir hätten behagt
  • ihr hättet behagt
  • sie/Sie hätten behagt

II Futur 1

  • ich würde behagen
  • du würdest behagen
  • er/sie/es würde behagen
  • wir würden behagen
  • ihr würdet behagen
  • sie/Sie würden behagen

II Futur 2

  • ich würde behagt haben
  • du würdest behagt haben
  • er/sie/es würde behagt haben
  • wir würden behagt haben
  • ihr würdet behagt haben
  • sie/Sie würden behagt haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Behage! / (du) Behag!
  • (wir) Behagen wir!
  • (ihr) Behagt!
  • (Sie) Behagen Sie!

Partizip

Präsens

  • behagend

Perfekt

  • behagt

Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Behagen,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Behagen? Typ gewoon Behagen in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: