Werkwoordvervoeging
Vervoegen Beherbergen In het DuitsIndikativ
Präsens
- ich beherberge
 - du beherbergst
 - er/sie/es beherbergt
 - wir beherbergen
 - ihr beherbergt
 - sie/Sie beherbergen
 
Präteritum
- ich beherbergte
 - du beherbergtest
 - er/sie/es beherbergte
 - wir beherbergten
 - ihr beherbergtet
 - sie/Sie beherbergten
 
Perfekt
- ich habe beherbergt
 - du hast beherbergt
 - er/sie/es hat beherbergt
 - wir haben beherbergt
 - ihr habt beherbergt
 - sie/Sie haben beherbergt
 
Plusquamperfekt
- ich hatte beherbergt
 - du hattest beherbergt
 - er/sie/es hatte beherbergt
 - wir hatten beherbergt
 - ihr hattet beherbergt
 - sie/Sie hatten beherbergt
 
Futur 1
- ich werde beherbergen
 - du wirst beherbergen
 - er/sie/es wird beherbergen
 - wir werden beherbergen
 - ihr werdet beherbergen
 - sie/Sie werden beherbergen
 
Futur 2
- ich werde beherbergt haben
 - du wirst beherbergt haben
 - er/sie/es wird beherbergt haben
 - wir werden beherbergt haben
 - ihr werdet beherbergt haben
 - sie/Sie werden beherbergt haben
 
Konjunktiv
I Präsens
- ich beherberge
 - du beherbergest
 - er/sie/es beherberge
 - wir beherbergen
 - ihr beherberget
 - sie/Sie beherbergen
 
II Präteritum
- ich beherbergte
 - du beherbergtest
 - er/sie/es beherbergte
 - wir beherbergten
 - ihr beherbergtet
 - sie/Sie beherbergten
 
I Perfekt
- ich habe beherbergt
 - du habest beherbergt
 - er/sie/es habe beherbergt
 - wir haben beherbergt
 - ihr habet beherbergt
 - sie/Sie haben beherbergt
 
I Futur 1
- ich werde beherbergen
 - du werdest beherbergen
 - er/sie/es werde beherbergen
 - wir werden beherbergen
 - ihr werdet beherbergen
 - sie/Sie werden beherbergen
 
I Futur 2
- ich werde beherbergt haben
 - du werdest beherbergt haben
 - er/sie/es werde beherbergt haben
 - wir werden beherbergt haben
 - ihr werdet beherbergt haben
 - sie/Sie werden beherbergt haben
 
II Plusquamperfekt
- ich hätte beherbergt
 - du hättest beherbergt
 - er/sie/es hätte beherbergt
 - wir hätten beherbergt
 - ihr hättet beherbergt
 - sie/Sie hätten beherbergt
 
II Futur 1
- ich würde beherbergen
 - du würdest beherbergen
 - er/sie/es würde beherbergen
 - wir würden beherbergen
 - ihr würdet beherbergen
 - sie/Sie würden beherbergen
 
II Futur 2
- ich würde beherbergt haben
 - du würdest beherbergt haben
 - er/sie/es würde beherbergt haben
 - wir würden beherbergt haben
 - ihr würdet beherbergt haben
 - sie/Sie würden beherbergt haben
 
Imperativ
Präsens
- (du) Beherberge! / (du) Beherberg!
 - (wir) Beherbergen wir!
 - (ihr) Beherbergt!
 - (Sie) Beherbergen Sie!
 
Partizip
Präsens
- beherbergend
 
Perfekt
- beherbergt
 
    Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Beherbergen,bekijk dan onze Duitse lessen!!
    Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een  cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc.
    Niet zeker hoe je een werkwoord moet Beherbergen? Typ gewoon Beherbergen in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen!
    Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden,  modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps:
  
          
        
      
    Download gratis onze vervoeg-apps:


