Werkwoordvervoeging
Vervoegen Bewalden In het DuitsIndikativ
Präsens
- ich bewalde
- du bewaldest
- er/sie/es bewaldet
- wir bewalden
- ihr bewaldet
- sie/Sie bewalden
Präteritum
- ich bewaldete
- du bewaldetest
- er/sie/es bewaldete
- wir bewaldeten
- ihr bewaldetet
- sie/Sie bewaldeten
Perfekt
- ich habe bewaldet
- du hast bewaldet
- er/sie/es hat bewaldet
- wir haben bewaldet
- ihr habt bewaldet
- sie/Sie haben bewaldet
Plusquamperfekt
- ich hatte bewaldet
- du hattest bewaldet
- er/sie/es hatte bewaldet
- wir hatten bewaldet
- ihr hattet bewaldet
- sie/Sie hatten bewaldet
Futur 1
- ich werde bewalden
- du wirst bewalden
- er/sie/es wird bewalden
- wir werden bewalden
- ihr werdet bewalden
- sie/Sie werden bewalden
Futur 2
- ich werde bewaldet haben
- du wirst bewaldet haben
- er/sie/es wird bewaldet haben
- wir werden bewaldet haben
- ihr werdet bewaldet haben
- sie/Sie werden bewaldet haben
Konjunktiv
I Präsens
- ich bewalde
- du bewaldest
- er/sie/es bewalde
- wir bewalden
- ihr bewaldet
- sie/Sie bewalden
II Präteritum
- ich bewaldete
- du bewaldetest
- er/sie/es bewaldete
- wir bewaldeten
- ihr bewaldetet
- sie/Sie bewaldeten
I Perfekt
- ich habe bewaldet
- du habest bewaldet
- er/sie/es habe bewaldet
- wir haben bewaldet
- ihr habet bewaldet
- sie/Sie haben bewaldet
I Futur 1
- ich werde bewalden
- du werdest bewalden
- er/sie/es werde bewalden
- wir werden bewalden
- ihr werdet bewalden
- sie/Sie werden bewalden
I Futur 2
- ich werde bewaldet haben
- du werdest bewaldet haben
- er/sie/es werde bewaldet haben
- wir werden bewaldet haben
- ihr werdet bewaldet haben
- sie/Sie werden bewaldet haben
II Plusquamperfekt
- ich hätte bewaldet
- du hättest bewaldet
- er/sie/es hätte bewaldet
- wir hätten bewaldet
- ihr hättet bewaldet
- sie/Sie hätten bewaldet
II Futur 1
- ich würde bewalden
- du würdest bewalden
- er/sie/es würde bewalden
- wir würden bewalden
- ihr würdet bewalden
- sie/Sie würden bewalden
II Futur 2
- ich würde bewaldet haben
- du würdest bewaldet haben
- er/sie/es würde bewaldet haben
- wir würden bewaldet haben
- ihr würdet bewaldet haben
- sie/Sie würden bewaldet haben
Imperativ
Präsens
- (du) Bewalde! / (du) Bewald!
- (wir) Bewalden wir!
- (ihr) Bewaldet!
- (Sie) Bewalden Sie!
Partizip
Präsens
- bewaldend
Perfekt
- bewaldet
Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Bewalden,bekijk dan onze Duitse lessen!!
Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc.
Niet zeker hoe je een werkwoord moet Bewalden? Typ gewoon Bewalden in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen!
Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps:
Download gratis onze vervoeg-apps: