Werkwoordvervoeging

Vervoegen Blinken In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich blinke
  • du blinkst
  • er/sie/es blinkt
  • wir blinken
  • ihr blinkt
  • sie/Sie blinken

Präteritum

  • ich blinkte
  • du blinktest
  • er/sie/es blinkte
  • wir blinkten
  • ihr blinktet
  • sie/Sie blinkten

Perfekt

  • ich habe geblinkt
  • du hast geblinkt
  • er/sie/es hat geblinkt
  • wir haben geblinkt
  • ihr habt geblinkt
  • sie/Sie haben geblinkt

Plusquamperfekt

  • ich hatte geblinkt
  • du hattest geblinkt
  • er/sie/es hatte geblinkt
  • wir hatten geblinkt
  • ihr hattet geblinkt
  • sie/Sie hatten geblinkt

Futur 1

  • ich werde blinken
  • du wirst blinken
  • er/sie/es wird blinken
  • wir werden blinken
  • ihr werdet blinken
  • sie/Sie werden blinken

Futur 2

  • ich werde geblinkt haben
  • du wirst geblinkt haben
  • er/sie/es wird geblinkt haben
  • wir werden geblinkt haben
  • ihr werdet geblinkt haben
  • sie/Sie werden geblinkt haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich blinke
  • du blinkest
  • er/sie/es blinke
  • wir blinken
  • ihr blinket
  • sie/Sie blinken

II Präteritum

  • ich blinkte
  • du blinktest
  • er/sie/es blinkte
  • wir blinkten
  • ihr blinktet
  • sie/Sie blinkten

I Perfekt

  • ich habe geblinkt
  • du habest geblinkt
  • er/sie/es habe geblinkt
  • wir haben geblinkt
  • ihr habet geblinkt
  • sie/Sie haben geblinkt

I Futur 1

  • ich werde blinken
  • du werdest blinken
  • er/sie/es werde blinken
  • wir werden blinken
  • ihr werdet blinken
  • sie/Sie werden blinken

I Futur 2

  • ich werde geblinkt haben
  • du werdest geblinkt haben
  • er/sie/es werde geblinkt haben
  • wir werden geblinkt haben
  • ihr werdet geblinkt haben
  • sie/Sie werden geblinkt haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte geblinkt
  • du hättest geblinkt
  • er/sie/es hätte geblinkt
  • wir hätten geblinkt
  • ihr hättet geblinkt
  • sie/Sie hätten geblinkt

II Futur 1

  • ich würde blinken
  • du würdest blinken
  • er/sie/es würde blinken
  • wir würden blinken
  • ihr würdet blinken
  • sie/Sie würden blinken

II Futur 2

  • ich würde geblinkt haben
  • du würdest geblinkt haben
  • er/sie/es würde geblinkt haben
  • wir würden geblinkt haben
  • ihr würdet geblinkt haben
  • sie/Sie würden geblinkt haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Blinke!
  • (wir) Blinken wir!
  • (ihr) Blinkt!
  • (Sie) Blinken Sie!

Partizip

Präsens

  • blinkend

Perfekt

  • geblinkt

Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Blinken,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Blinken? Typ gewoon Blinken in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: