Werkwoordvervoeging

Vervoegen Borgen In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich borge
  • du borgst
  • er/sie/es borgt
  • wir borgen
  • ihr borgt
  • sie/Sie borgen

Präteritum

  • ich borgte
  • du borgtest
  • er/sie/es borgte
  • wir borgten
  • ihr borgtet
  • sie/Sie borgten

Perfekt

  • ich habe geborgt
  • du hast geborgt
  • er/sie/es hat geborgt
  • wir haben geborgt
  • ihr habt geborgt
  • sie/Sie haben geborgt

Plusquamperfekt

  • ich hatte geborgt
  • du hattest geborgt
  • er/sie/es hatte geborgt
  • wir hatten geborgt
  • ihr hattet geborgt
  • sie/Sie hatten geborgt

Futur 1

  • ich werde borgen
  • du wirst borgen
  • er/sie/es wird borgen
  • wir werden borgen
  • ihr werdet borgen
  • sie/Sie werden borgen

Futur 2

  • ich werde geborgt haben
  • du wirst geborgt haben
  • er/sie/es wird geborgt haben
  • wir werden geborgt haben
  • ihr werdet geborgt haben
  • sie/Sie werden geborgt haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich borge
  • du borgest
  • er/sie/es borge
  • wir borgen
  • ihr borget
  • sie/Sie borgen

II Präteritum

  • ich borgte
  • du borgtest
  • er/sie/es borgte
  • wir borgten
  • ihr borgtet
  • sie/Sie borgten

I Perfekt

  • ich habe geborgt
  • du habest geborgt
  • er/sie/es habe geborgt
  • wir haben geborgt
  • ihr habet geborgt
  • sie/Sie haben geborgt

I Futur 1

  • ich werde borgen
  • du werdest borgen
  • er/sie/es werde borgen
  • wir werden borgen
  • ihr werdet borgen
  • sie/Sie werden borgen

I Futur 2

  • ich werde geborgt haben
  • du werdest geborgt haben
  • er/sie/es werde geborgt haben
  • wir werden geborgt haben
  • ihr werdet geborgt haben
  • sie/Sie werden geborgt haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte geborgt
  • du hättest geborgt
  • er/sie/es hätte geborgt
  • wir hätten geborgt
  • ihr hättet geborgt
  • sie/Sie hätten geborgt

II Futur 1

  • ich würde borgen
  • du würdest borgen
  • er/sie/es würde borgen
  • wir würden borgen
  • ihr würdet borgen
  • sie/Sie würden borgen

II Futur 2

  • ich würde geborgt haben
  • du würdest geborgt haben
  • er/sie/es würde geborgt haben
  • wir würden geborgt haben
  • ihr würdet geborgt haben
  • sie/Sie würden geborgt haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Borge! / (du) Borg!
  • (wir) Borgen wir!
  • (ihr) Borgt!
  • (Sie) Borgen Sie!

Partizip

Präsens

  • borgend

Perfekt

  • geborgt

Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Borgen,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Borgen? Typ gewoon Borgen in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: