Werkwoordvervoeging

Vervoegen Coden In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich code
  • du codest
  • er/sie/es codet
  • wir coden
  • ihr codet
  • sie/Sie coden

Präteritum

  • ich codete
  • du codetest
  • er/sie/es codete
  • wir codeten
  • ihr codetet
  • sie/Sie codeten

Perfekt

  • ich habe gecodet
  • du hast gecodet
  • er/sie/es hat gecodet
  • wir haben gecodet
  • ihr habt gecodet
  • sie/Sie haben gecodet

Plusquamperfekt

  • ich hatte gecodet
  • du hattest gecodet
  • er/sie/es hatte gecodet
  • wir hatten gecodet
  • ihr hattet gecodet
  • sie/Sie hatten gecodet

Futur 1

  • ich werde coden
  • du wirst coden
  • er/sie/es wird coden
  • wir werden coden
  • ihr werdet coden
  • sie/Sie werden coden

Futur 2

  • ich werde gecodet haben
  • du wirst gecodet haben
  • er/sie/es wird gecodet haben
  • wir werden gecodet haben
  • ihr werdet gecodet haben
  • sie/Sie werden gecodet haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich code
  • du codest
  • er/sie/es code
  • wir coden
  • ihr codet
  • sie/Sie coden

II Präteritum

  • ich codete
  • du codetest
  • er/sie/es codete
  • wir codeten
  • ihr codetet
  • sie/Sie codeten

I Perfekt

  • ich habe gecodet
  • du habest gecodet
  • er/sie/es habe gecodet
  • wir haben gecodet
  • ihr habet gecodet
  • sie/Sie haben gecodet

I Futur 1

  • ich werde coden
  • du werdest coden
  • er/sie/es werde coden
  • wir werden coden
  • ihr werdet coden
  • sie/Sie werden coden

I Futur 2

  • ich werde gecodet haben
  • du werdest gecodet haben
  • er/sie/es werde gecodet haben
  • wir werden gecodet haben
  • ihr werdet gecodet haben
  • sie/Sie werden gecodet haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte gecodet
  • du hättest gecodet
  • er/sie/es hätte gecodet
  • wir hätten gecodet
  • ihr hättet gecodet
  • sie/Sie hätten gecodet

II Futur 1

  • ich würde coden
  • du würdest coden
  • er/sie/es würde coden
  • wir würden coden
  • ihr würdet coden
  • sie/Sie würden coden

II Futur 2

  • ich würde gecodet haben
  • du würdest gecodet haben
  • er/sie/es würde gecodet haben
  • wir würden gecodet haben
  • ihr würdet gecodet haben
  • sie/Sie würden gecodet haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Code! / (du) Cod!
  • (wir) Coden wir!
  • (ihr) Codet!
  • (Sie) Coden Sie!

Partizip

Präsens

  • codend

Perfekt

  • gecodet

Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Coden,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Coden? Typ gewoon Coden in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: