Werkwoordvervoeging

Enthaaren

Indikativ

Präsens

  • ich enthaare
  • du enthaarst
  • er/sie/es enthaart
  • wir enthaaren
  • ihr enthaart
  • sie/Sie enthaaren

Präteritum

  • ich enthaarte
  • du enthaartest
  • er/sie/es enthaarte
  • wir enthaarten
  • ihr enthaartet
  • sie/Sie enthaarten

Perfekt

  • ich habe enthaart
  • du hast enthaart
  • er/sie/es hat enthaart
  • wir haben enthaart
  • ihr habt enthaart
  • sie/Sie haben enthaart

Plusquamperfekt

  • ich hatte enthaart
  • du hattest enthaart
  • er/sie/es hatte enthaart
  • wir hatten enthaart
  • ihr hattet enthaart
  • sie/Sie hatten enthaart

Futur 1

  • ich werde enthaaren
  • du wirst enthaaren
  • er/sie/es wird enthaaren
  • wir werden enthaaren
  • ihr werdet enthaaren
  • sie/Sie werden enthaaren

Futur 2

  • ich werde enthaart haben
  • du wirst enthaart haben
  • er/sie/es wird enthaart haben
  • wir werden enthaart haben
  • ihr werdet enthaart haben
  • sie/Sie werden enthaart haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich enthaare
  • du enthaarest
  • er/sie/es enthaare
  • wir enthaaren
  • ihr enthaaret
  • sie/Sie enthaaren

II Präteritum

  • ich enthaarte
  • du enthaartest
  • er/sie/es enthaarte
  • wir enthaarten
  • ihr enthaartet
  • sie/Sie enthaarten

I Perfekt

  • ich habe enthaart
  • du habest enthaart
  • er/sie/es habe enthaart
  • wir haben enthaart
  • ihr habet enthaart
  • sie/Sie haben enthaart

I Futur 1

  • ich werde enthaaren
  • du werdest enthaaren
  • er/sie/es werde enthaaren
  • wir werden enthaaren
  • ihr werdet enthaaren
  • sie/Sie werden enthaaren

I Futur 2

  • ich werde enthaart haben
  • du werdest enthaart haben
  • er/sie/es werde enthaart haben
  • wir werden enthaart haben
  • ihr werdet enthaart haben
  • sie/Sie werden enthaart haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte enthaart
  • du hättest enthaart
  • er/sie/es hätte enthaart
  • wir hätten enthaart
  • ihr hättet enthaart
  • sie/Sie hätten enthaart

II Futur 1

  • ich würde enthaaren
  • du würdest enthaaren
  • er/sie/es würde enthaaren
  • wir würden enthaaren
  • ihr würdet enthaaren
  • sie/Sie würden enthaaren

II Futur 2

  • ich würde enthaart haben
  • du würdest enthaart haben
  • er/sie/es würde enthaart haben
  • wir würden enthaart haben
  • ihr würdet enthaart haben
  • sie/Sie würden enthaart haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Enthaare!
  • (wir) Enthaaren wir!
  • (ihr) Enthaart!
  • (Sie) Enthaaren Sie!

Partizip

Präsens

  • enthaarend

Perfekt

  • enthaart

Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Enthaaren,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Enthaaren? Typ gewoon Enthaaren in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: