Werkwoordvervoeging

Erden

Indikativ

Präsens

  • ich erde
  • du erdest
  • er/sie/es erdet
  • wir erden
  • ihr erdet
  • sie/Sie erden

Präteritum

  • ich erdete
  • du erdetest
  • er/sie/es erdete
  • wir erdeten
  • ihr erdetet
  • sie/Sie erdeten

Perfekt

  • ich habe geerdet
  • du hast geerdet
  • er/sie/es hat geerdet
  • wir haben geerdet
  • ihr habt geerdet
  • sie/Sie haben geerdet

Plusquamperfekt

  • ich hatte geerdet
  • du hattest geerdet
  • er/sie/es hatte geerdet
  • wir hatten geerdet
  • ihr hattet geerdet
  • sie/Sie hatten geerdet

Futur 1

  • ich werde erden
  • du wirst erden
  • er/sie/es wird erden
  • wir werden erden
  • ihr werdet erden
  • sie/Sie werden erden

Futur 2

  • ich werde geerdet haben
  • du wirst geerdet haben
  • er/sie/es wird geerdet haben
  • wir werden geerdet haben
  • ihr werdet geerdet haben
  • sie/Sie werden geerdet haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich erde
  • du erdest
  • er/sie/es erde
  • wir erden
  • ihr erdet
  • sie/Sie erden

II Präteritum

  • ich erdete
  • du erdetest
  • er/sie/es erdete
  • wir erdeten
  • ihr erdetet
  • sie/Sie erdeten

I Perfekt

  • ich habe geerdet
  • du habest geerdet
  • er/sie/es habe geerdet
  • wir haben geerdet
  • ihr habet geerdet
  • sie/Sie haben geerdet

I Futur 1

  • ich werde erden
  • du werdest erden
  • er/sie/es werde erden
  • wir werden erden
  • ihr werdet erden
  • sie/Sie werden erden

I Futur 2

  • ich werde geerdet haben
  • du werdest geerdet haben
  • er/sie/es werde geerdet haben
  • wir werden geerdet haben
  • ihr werdet geerdet haben
  • sie/Sie werden geerdet haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte geerdet
  • du hättest geerdet
  • er/sie/es hätte geerdet
  • wir hätten geerdet
  • ihr hättet geerdet
  • sie/Sie hätten geerdet

II Futur 1

  • ich würde erden
  • du würdest erden
  • er/sie/es würde erden
  • wir würden erden
  • ihr würdet erden
  • sie/Sie würden erden

II Futur 2

  • ich würde geerdet haben
  • du würdest geerdet haben
  • er/sie/es würde geerdet haben
  • wir würden geerdet haben
  • ihr würdet geerdet haben
  • sie/Sie würden geerdet haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Erde! / (du) Erd!
  • (wir) Erden wir!
  • (ihr) Erdet!
  • (Sie) Erden Sie!

Partizip

Präsens

  • erdend

Perfekt

  • geerdet

Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Erden,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Erden? Typ gewoon Erden in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: