Werkwoordvervoeging

Ergehen

Indikativ

Präsens

  • ich ergehe
  • du ergehst
  • er/sie/es ergeht
  • wir ergehen
  • ihr ergeht
  • sie/Sie ergehen

Präteritum

  • ich erging
  • du ergingst
  • er/sie/es erging
  • wir ergingen
  • ihr ergingt
  • sie/Sie ergingen

Perfekt

  • ich habe ergangen
  • du hast ergangen
  • er/sie/es hat ergangen
  • wir haben ergangen
  • ihr habt ergangen
  • sie/Sie haben ergangen

Plusquamperfekt

  • ich hatte ergangen
  • du hattest ergangen
  • er/sie/es hatte ergangen
  • wir hatten ergangen
  • ihr hattet ergangen
  • sie/Sie hatten ergangen

Futur 1

  • ich werde ergehen
  • du wirst ergehen
  • er/sie/es wird ergehen
  • wir werden ergehen
  • ihr werdet ergehen
  • sie/Sie werden ergehen

Futur 2

  • ich werde ergangen haben
  • du wirst ergangen haben
  • er/sie/es wird ergangen haben
  • wir werden ergangen haben
  • ihr werdet ergangen haben
  • sie/Sie werden ergangen haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich ergehe
  • du ergehest
  • er/sie/es ergehe
  • wir ergehen
  • ihr ergehet
  • sie/Sie ergehen

II Präteritum

  • ich erginge
  • du ergingest
  • er/sie/es erginge
  • wir ergingen
  • ihr erginget
  • sie/Sie ergingen

I Perfekt

  • ich habe ergangen
  • du habest ergangen
  • er/sie/es habe ergangen
  • wir haben ergangen
  • ihr habet ergangen
  • sie/Sie haben ergangen

I Futur 1

  • ich werde ergehen
  • du werdest ergehen
  • er/sie/es werde ergehen
  • wir werden ergehen
  • ihr werdet ergehen
  • sie/Sie werden ergehen

I Futur 2

  • ich werde ergangen haben
  • du werdest ergangen haben
  • er/sie/es werde ergangen haben
  • wir werden ergangen haben
  • ihr werdet ergangen haben
  • sie/Sie werden ergangen haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte ergangen
  • du hättest ergangen
  • er/sie/es hätte ergangen
  • wir hätten ergangen
  • ihr hättet ergangen
  • sie/Sie hätten ergangen

II Futur 1

  • ich würde ergehen
  • du würdest ergehen
  • er/sie/es würde ergehen
  • wir würden ergehen
  • ihr würdet ergehen
  • sie/Sie würden ergehen

II Futur 2

  • ich würde ergangen haben
  • du würdest ergangen haben
  • er/sie/es würde ergangen haben
  • wir würden ergangen haben
  • ihr würdet ergangen haben
  • sie/Sie würden ergangen haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Ergehe! / (du) Ergeh!
  • (wir) Ergehen wir!
  • (ihr) Ergeht!
  • (Sie) Ergehen Sie!

Partizip

Präsens

  • ergehend

Perfekt

  • ergangen

Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Ergehen,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Ergehen? Typ gewoon Ergehen in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: