Werkwoordvervoeging

Vervoegen Erleiden In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich erleide
  • du erleidest
  • er/sie/es erleidet
  • wir erleiden
  • ihr erleidet
  • sie/Sie erleiden

Präteritum

  • ich erlitt
  • du erlittest
  • er/sie/es erlitt
  • wir erlitten
  • ihr erlittet
  • sie/Sie erlitten

Perfekt

  • ich habe erlitten
  • du hast erlitten
  • er/sie/es hat erlitten
  • wir haben erlitten
  • ihr habt erlitten
  • sie/Sie haben erlitten

Plusquamperfekt

  • ich hatte erlitten
  • du hattest erlitten
  • er/sie/es hatte erlitten
  • wir hatten erlitten
  • ihr hattet erlitten
  • sie/Sie hatten erlitten

Futur 1

  • ich werde erleiden
  • du wirst erleiden
  • er/sie/es wird erleiden
  • wir werden erleiden
  • ihr werdet erleiden
  • sie/Sie werden erleiden

Futur 2

  • ich werde erlitten haben
  • du wirst erlitten haben
  • er/sie/es wird erlitten haben
  • wir werden erlitten haben
  • ihr werdet erlitten haben
  • sie/Sie werden erlitten haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich erleide
  • du erleidest
  • er/sie/es erleide
  • wir erleiden
  • ihr erleidet
  • sie/Sie erleiden

II Präteritum

  • ich erlitte
  • du erlittest
  • er/sie/es erlitte
  • wir erlitten
  • ihr erlittet
  • sie/Sie erlitten

I Perfekt

  • ich habe erlitten
  • du habest erlitten
  • er/sie/es habe erlitten
  • wir haben erlitten
  • ihr habet erlitten
  • sie/Sie haben erlitten

I Futur 1

  • ich werde erleiden
  • du werdest erleiden
  • er/sie/es werde erleiden
  • wir werden erleiden
  • ihr werdet erleiden
  • sie/Sie werden erleiden

I Futur 2

  • ich werde erlitten haben
  • du werdest erlitten haben
  • er/sie/es werde erlitten haben
  • wir werden erlitten haben
  • ihr werdet erlitten haben
  • sie/Sie werden erlitten haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte erlitten
  • du hättest erlitten
  • er/sie/es hätte erlitten
  • wir hätten erlitten
  • ihr hättet erlitten
  • sie/Sie hätten erlitten

II Futur 1

  • ich würde erleiden
  • du würdest erleiden
  • er/sie/es würde erleiden
  • wir würden erleiden
  • ihr würdet erleiden
  • sie/Sie würden erleiden

II Futur 2

  • ich würde erlitten haben
  • du würdest erlitten haben
  • er/sie/es würde erlitten haben
  • wir würden erlitten haben
  • ihr würdet erlitten haben
  • sie/Sie würden erlitten haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Erleide! / (du) Erleid!
  • (wir) Erleiden wir!
  • (ihr) Erleidet!
  • (Sie) Erleiden Sie!

Partizip

Präsens

  • erleidend

Perfekt

  • erlitten

Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Erleiden,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Erleiden? Typ gewoon Erleiden in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: