Werkwoordvervoeging

Fladern

Indikativ

Präsens

  • ich fladere
  • du fladerst
  • er/sie/es fladert
  • wir fladern
  • ihr fladert
  • sie/Sie fladern

Präteritum

  • ich fladerte
  • du fladertest
  • er/sie/es fladerte
  • wir fladerten
  • ihr fladertet
  • sie/Sie fladerten

Perfekt

  • ich habe gefladert
  • du hast gefladert
  • er/sie/es hat gefladert
  • wir haben gefladert
  • ihr habt gefladert
  • sie/Sie haben gefladert

Plusquamperfekt

  • ich hatte gefladert
  • du hattest gefladert
  • er/sie/es hatte gefladert
  • wir hatten gefladert
  • ihr hattet gefladert
  • sie/Sie hatten gefladert

Futur 1

  • ich werde fladern
  • du wirst fladern
  • er/sie/es wird fladern
  • wir werden fladern
  • ihr werdet fladern
  • sie/Sie werden fladern

Futur 2

  • ich werde gefladert haben
  • du wirst gefladert haben
  • er/sie/es wird gefladert haben
  • wir werden gefladert haben
  • ihr werdet gefladert haben
  • sie/Sie werden gefladert haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich fladere
  • du fladerest
  • er/sie/es fladere
  • wir fladeren
  • ihr fladeret
  • sie/Sie fladeren

II Präteritum

  • ich fladerte
  • du fladertest
  • er/sie/es fladerte
  • wir fladerten
  • ihr fladertet
  • sie/Sie fladerten

I Perfekt

  • ich habe gefladert
  • du habest gefladert
  • er/sie/es habe gefladert
  • wir haben gefladert
  • ihr habet gefladert
  • sie/Sie haben gefladert

I Futur 1

  • ich werde fladern
  • du werdest fladern
  • er/sie/es werde fladern
  • wir werden fladern
  • ihr werdet fladern
  • sie/Sie werden fladern

I Futur 2

  • ich werde gefladert haben
  • du werdest gefladert haben
  • er/sie/es werde gefladert haben
  • wir werden gefladert haben
  • ihr werdet gefladert haben
  • sie/Sie werden gefladert haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte gefladert
  • du hättest gefladert
  • er/sie/es hätte gefladert
  • wir hätten gefladert
  • ihr hättet gefladert
  • sie/Sie hätten gefladert

II Futur 1

  • ich würde fladern
  • du würdest fladern
  • er/sie/es würde fladern
  • wir würden fladern
  • ihr würdet fladern
  • sie/Sie würden fladern

II Futur 2

  • ich würde gefladert haben
  • du würdest gefladert haben
  • er/sie/es würde gefladert haben
  • wir würden gefladert haben
  • ihr würdet gefladert haben
  • sie/Sie würden gefladert haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Fladere! / (du) Flader! / (du) Fladre!
  • (wir) Fladern wir!
  • (ihr) Fladert!
  • (Sie) Fladern Sie!

Partizip

Präsens

  • fladernd

Perfekt

  • gefladert

Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Fladern,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Fladern? Typ gewoon Fladern in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: