Werkwoordvervoeging
Vervoegen Hamburgern In het DuitsIndikativ
Präsens
- ich hamburgere
- du hamburgerst
- er/sie/es hamburgert
- wir hamburgern
- ihr hamburgert
- sie/Sie hamburgern
Präteritum
- ich hamburgerte
- du hamburgertest
- er/sie/es hamburgerte
- wir hamburgerten
- ihr hamburgertet
- sie/Sie hamburgerten
Perfekt
- ich habe gehamburgert
- du hast gehamburgert
- er/sie/es hat gehamburgert
- wir haben gehamburgert
- ihr habt gehamburgert
- sie/Sie haben gehamburgert
Plusquamperfekt
- ich hatte gehamburgert
- du hattest gehamburgert
- er/sie/es hatte gehamburgert
- wir hatten gehamburgert
- ihr hattet gehamburgert
- sie/Sie hatten gehamburgert
Futur 1
- ich werde hamburgern
- du wirst hamburgern
- er/sie/es wird hamburgern
- wir werden hamburgern
- ihr werdet hamburgern
- sie/Sie werden hamburgern
Futur 2
- ich werde gehamburgert haben
- du wirst gehamburgert haben
- er/sie/es wird gehamburgert haben
- wir werden gehamburgert haben
- ihr werdet gehamburgert haben
- sie/Sie werden gehamburgert haben
Konjunktiv
I Präsens
- ich hamburgere
- du hamburgerest
- er/sie/es hamburgere
- wir hamburgeren
- ihr hamburgeret
- sie/Sie hamburgeren
II Präteritum
- ich hamburgerte
- du hamburgertest
- er/sie/es hamburgerte
- wir hamburgerten
- ihr hamburgertet
- sie/Sie hamburgerten
I Perfekt
- ich habe gehamburgert
- du habest gehamburgert
- er/sie/es habe gehamburgert
- wir haben gehamburgert
- ihr habet gehamburgert
- sie/Sie haben gehamburgert
I Futur 1
- ich werde hamburgern
- du werdest hamburgern
- er/sie/es werde hamburgern
- wir werden hamburgern
- ihr werdet hamburgern
- sie/Sie werden hamburgern
I Futur 2
- ich werde gehamburgert haben
- du werdest gehamburgert haben
- er/sie/es werde gehamburgert haben
- wir werden gehamburgert haben
- ihr werdet gehamburgert haben
- sie/Sie werden gehamburgert haben
II Plusquamperfekt
- ich hätte gehamburgert
- du hättest gehamburgert
- er/sie/es hätte gehamburgert
- wir hätten gehamburgert
- ihr hättet gehamburgert
- sie/Sie hätten gehamburgert
II Futur 1
- ich würde hamburgern
- du würdest hamburgern
- er/sie/es würde hamburgern
- wir würden hamburgern
- ihr würdet hamburgern
- sie/Sie würden hamburgern
II Futur 2
- ich würde gehamburgert haben
- du würdest gehamburgert haben
- er/sie/es würde gehamburgert haben
- wir würden gehamburgert haben
- ihr würdet gehamburgert haben
- sie/Sie würden gehamburgert haben
Imperativ
Präsens
- (du) Hamburgere! / (du) Hamburger! / (du) Hamburgre!
- (wir) Hamburgern wir!
- (ihr) Hamburgert!
- (Sie) Hamburgern Sie!
Partizip
Präsens
- hamburgernd
Perfekt
- gehamburgert
Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Hamburgern,bekijk dan onze Duitse lessen!!
Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc.
Niet zeker hoe je een werkwoord moet Hamburgern? Typ gewoon Hamburgern in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen!
Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps:
Download gratis onze vervoeg-apps: