Werkwoordvervoeging

Vervoegen Handhaben In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich handhabe
  • du handhabst
  • er/sie/es handhabt
  • wir handhaben
  • ihr handhabt
  • sie/Sie handhaben

Präteritum

  • ich handhabte
  • du handhabtest
  • er/sie/es handhabte
  • wir handhabten
  • ihr handhabtet
  • sie/Sie handhabten

Perfekt

  • ich habe gehandhabt
  • du hast gehandhabt
  • er/sie/es hat gehandhabt
  • wir haben gehandhabt
  • ihr habt gehandhabt
  • sie/Sie haben gehandhabt

Plusquamperfekt

  • ich hatte gehandhabt
  • du hattest gehandhabt
  • er/sie/es hatte gehandhabt
  • wir hatten gehandhabt
  • ihr hattet gehandhabt
  • sie/Sie hatten gehandhabt

Futur 1

  • ich werde handhaben
  • du wirst handhaben
  • er/sie/es wird handhaben
  • wir werden handhaben
  • ihr werdet handhaben
  • sie/Sie werden handhaben

Futur 2

  • ich werde gehandhabt haben
  • du wirst gehandhabt haben
  • er/sie/es wird gehandhabt haben
  • wir werden gehandhabt haben
  • ihr werdet gehandhabt haben
  • sie/Sie werden gehandhabt haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich handhabe
  • du handhabest
  • er/sie/es handhabe
  • wir handhaben
  • ihr handhabet
  • sie/Sie handhaben

II Präteritum

  • ich handhabte
  • du handhabtest
  • er/sie/es handhabte
  • wir handhabten
  • ihr handhabtet
  • sie/Sie handhabten

I Perfekt

  • ich habe gehandhabt
  • du habest gehandhabt
  • er/sie/es habe gehandhabt
  • wir haben gehandhabt
  • ihr habet gehandhabt
  • sie/Sie haben gehandhabt

I Futur 1

  • ich werde handhaben
  • du werdest handhaben
  • er/sie/es werde handhaben
  • wir werden handhaben
  • ihr werdet handhaben
  • sie/Sie werden handhaben

I Futur 2

  • ich werde gehandhabt haben
  • du werdest gehandhabt haben
  • er/sie/es werde gehandhabt haben
  • wir werden gehandhabt haben
  • ihr werdet gehandhabt haben
  • sie/Sie werden gehandhabt haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte gehandhabt
  • du hättest gehandhabt
  • er/sie/es hätte gehandhabt
  • wir hätten gehandhabt
  • ihr hättet gehandhabt
  • sie/Sie hätten gehandhabt

II Futur 1

  • ich würde handhaben
  • du würdest handhaben
  • er/sie/es würde handhaben
  • wir würden handhaben
  • ihr würdet handhaben
  • sie/Sie würden handhaben

II Futur 2

  • ich würde gehandhabt haben
  • du würdest gehandhabt haben
  • er/sie/es würde gehandhabt haben
  • wir würden gehandhabt haben
  • ihr würdet gehandhabt haben
  • sie/Sie würden gehandhabt haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Handhabe!
  • (wir) Handhaben wir!
  • (ihr) Handhabt!
  • (Sie) Handhaben Sie!

Partizip

Präsens

  • handhabend

Perfekt

  • gehandhabt

Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Handhaben,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Handhaben? Typ gewoon Handhaben in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: