Werkwoordvervoeging

Vervoegen Klammern In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich klammere
  • du klammerst
  • er/sie/es klammert
  • wir klammern
  • ihr klammert
  • sie/Sie klammern

Präteritum

  • ich klammerte
  • du klammertest
  • er/sie/es klammerte
  • wir klammerten
  • ihr klammertet
  • sie/Sie klammerten

Perfekt

  • ich habe geklammert
  • du hast geklammert
  • er/sie/es hat geklammert
  • wir haben geklammert
  • ihr habt geklammert
  • sie/Sie haben geklammert

Plusquamperfekt

  • ich hatte geklammert
  • du hattest geklammert
  • er/sie/es hatte geklammert
  • wir hatten geklammert
  • ihr hattet geklammert
  • sie/Sie hatten geklammert

Futur 1

  • ich werde klammern
  • du wirst klammern
  • er/sie/es wird klammern
  • wir werden klammern
  • ihr werdet klammern
  • sie/Sie werden klammern

Futur 2

  • ich werde geklammert haben
  • du wirst geklammert haben
  • er/sie/es wird geklammert haben
  • wir werden geklammert haben
  • ihr werdet geklammert haben
  • sie/Sie werden geklammert haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich klammere
  • du klammerest
  • er/sie/es klammere
  • wir klammeren
  • ihr klammeret
  • sie/Sie klammeren

II Präteritum

  • ich klammerte
  • du klammertest
  • er/sie/es klammerte
  • wir klammerten
  • ihr klammertet
  • sie/Sie klammerten

I Perfekt

  • ich habe geklammert
  • du habest geklammert
  • er/sie/es habe geklammert
  • wir haben geklammert
  • ihr habet geklammert
  • sie/Sie haben geklammert

I Futur 1

  • ich werde klammern
  • du werdest klammern
  • er/sie/es werde klammern
  • wir werden klammern
  • ihr werdet klammern
  • sie/Sie werden klammern

I Futur 2

  • ich werde geklammert haben
  • du werdest geklammert haben
  • er/sie/es werde geklammert haben
  • wir werden geklammert haben
  • ihr werdet geklammert haben
  • sie/Sie werden geklammert haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte geklammert
  • du hättest geklammert
  • er/sie/es hätte geklammert
  • wir hätten geklammert
  • ihr hättet geklammert
  • sie/Sie hätten geklammert

II Futur 1

  • ich würde klammern
  • du würdest klammern
  • er/sie/es würde klammern
  • wir würden klammern
  • ihr würdet klammern
  • sie/Sie würden klammern

II Futur 2

  • ich würde geklammert haben
  • du würdest geklammert haben
  • er/sie/es würde geklammert haben
  • wir würden geklammert haben
  • ihr würdet geklammert haben
  • sie/Sie würden geklammert haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Klammere! / (du) Klammer! / (du) Klammre!
  • (wir) Klammern wir!
  • (ihr) Klammert!
  • (Sie) Klammern Sie!

Partizip

Präsens

  • klammernd

Perfekt

  • geklammert

Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Klammern,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Klammern? Typ gewoon Klammern in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: