Werkwoordvervoeging

Kranken

Indikativ

Präsens

  • ich kranke
  • du krankst
  • er/sie/es krankt
  • wir kranken
  • ihr krankt
  • sie/Sie kranken

Präteritum

  • ich krankte
  • du kranktest
  • er/sie/es krankte
  • wir krankten
  • ihr kranktet
  • sie/Sie krankten

Perfekt

  • ich habe gekrankt
  • du hast gekrankt
  • er/sie/es hat gekrankt
  • wir haben gekrankt
  • ihr habt gekrankt
  • sie/Sie haben gekrankt

Plusquamperfekt

  • ich hatte gekrankt
  • du hattest gekrankt
  • er/sie/es hatte gekrankt
  • wir hatten gekrankt
  • ihr hattet gekrankt
  • sie/Sie hatten gekrankt

Futur 1

  • ich werde kranken
  • du wirst kranken
  • er/sie/es wird kranken
  • wir werden kranken
  • ihr werdet kranken
  • sie/Sie werden kranken

Futur 2

  • ich werde gekrankt haben
  • du wirst gekrankt haben
  • er/sie/es wird gekrankt haben
  • wir werden gekrankt haben
  • ihr werdet gekrankt haben
  • sie/Sie werden gekrankt haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich kranke
  • du krankest
  • er/sie/es kranke
  • wir kranken
  • ihr kranket
  • sie/Sie kranken

II Präteritum

  • ich krankte
  • du kranktest
  • er/sie/es krankte
  • wir krankten
  • ihr kranktet
  • sie/Sie krankten

I Perfekt

  • ich habe gekrankt
  • du habest gekrankt
  • er/sie/es habe gekrankt
  • wir haben gekrankt
  • ihr habet gekrankt
  • sie/Sie haben gekrankt

I Futur 1

  • ich werde kranken
  • du werdest kranken
  • er/sie/es werde kranken
  • wir werden kranken
  • ihr werdet kranken
  • sie/Sie werden kranken

I Futur 2

  • ich werde gekrankt haben
  • du werdest gekrankt haben
  • er/sie/es werde gekrankt haben
  • wir werden gekrankt haben
  • ihr werdet gekrankt haben
  • sie/Sie werden gekrankt haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte gekrankt
  • du hättest gekrankt
  • er/sie/es hätte gekrankt
  • wir hätten gekrankt
  • ihr hättet gekrankt
  • sie/Sie hätten gekrankt

II Futur 1

  • ich würde kranken
  • du würdest kranken
  • er/sie/es würde kranken
  • wir würden kranken
  • ihr würdet kranken
  • sie/Sie würden kranken

II Futur 2

  • ich würde gekrankt haben
  • du würdest gekrankt haben
  • er/sie/es würde gekrankt haben
  • wir würden gekrankt haben
  • ihr würdet gekrankt haben
  • sie/Sie würden gekrankt haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Kranke!
  • (wir) Kranken wir!
  • (ihr) Krankt!
  • (Sie) Kranken Sie!

Partizip

Präsens

  • krankend

Perfekt

  • gekrankt

Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Kranken,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Kranken? Typ gewoon Kranken in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: