Werkwoordvervoeging
Vervoegen Lindern In het DuitsIndikativ
Präsens
- ich lindere
- du linderst
- er/sie/es lindert
- wir lindern
- ihr lindert
- sie/Sie lindern
Präteritum
- ich linderte
- du lindertest
- er/sie/es linderte
- wir linderten
- ihr lindertet
- sie/Sie linderten
Perfekt
- ich habe gelindert
- du hast gelindert
- er/sie/es hat gelindert
- wir haben gelindert
- ihr habt gelindert
- sie/Sie haben gelindert
Plusquamperfekt
- ich hatte gelindert
- du hattest gelindert
- er/sie/es hatte gelindert
- wir hatten gelindert
- ihr hattet gelindert
- sie/Sie hatten gelindert
Futur 1
- ich werde lindern
- du wirst lindern
- er/sie/es wird lindern
- wir werden lindern
- ihr werdet lindern
- sie/Sie werden lindern
Futur 2
- ich werde gelindert haben
- du wirst gelindert haben
- er/sie/es wird gelindert haben
- wir werden gelindert haben
- ihr werdet gelindert haben
- sie/Sie werden gelindert haben
Konjunktiv
I Präsens
- ich lindere
- du linderest
- er/sie/es lindere
- wir linderen
- ihr linderet
- sie/Sie linderen
II Präteritum
- ich linderte
- du lindertest
- er/sie/es linderte
- wir linderten
- ihr lindertet
- sie/Sie linderten
I Perfekt
- ich habe gelindert
- du habest gelindert
- er/sie/es habe gelindert
- wir haben gelindert
- ihr habet gelindert
- sie/Sie haben gelindert
I Futur 1
- ich werde lindern
- du werdest lindern
- er/sie/es werde lindern
- wir werden lindern
- ihr werdet lindern
- sie/Sie werden lindern
I Futur 2
- ich werde gelindert haben
- du werdest gelindert haben
- er/sie/es werde gelindert haben
- wir werden gelindert haben
- ihr werdet gelindert haben
- sie/Sie werden gelindert haben
II Plusquamperfekt
- ich hätte gelindert
- du hättest gelindert
- er/sie/es hätte gelindert
- wir hätten gelindert
- ihr hättet gelindert
- sie/Sie hätten gelindert
II Futur 1
- ich würde lindern
- du würdest lindern
- er/sie/es würde lindern
- wir würden lindern
- ihr würdet lindern
- sie/Sie würden lindern
II Futur 2
- ich würde gelindert haben
- du würdest gelindert haben
- er/sie/es würde gelindert haben
- wir würden gelindert haben
- ihr würdet gelindert haben
- sie/Sie würden gelindert haben
Imperativ
Präsens
- (du) Lindere! / (du) Linder! / (du) Lindre!
- (wir) Lindern wir!
- (ihr) Lindert!
- (Sie) Lindern Sie!
Partizip
Präsens
- lindernd
Perfekt
- gelindert
Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Lindern,bekijk dan onze Duitse lessen!!
Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc.
Niet zeker hoe je een werkwoord moet Lindern? Typ gewoon Lindern in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen!
Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps:
Download gratis onze vervoeg-apps: