Werkwoordvervoeging

Vervoegen Merken In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich merke
  • du merkst
  • er/sie/es merkt
  • wir merken
  • ihr merkt
  • sie/Sie merken

Präteritum

  • ich merkte
  • du merktest
  • er/sie/es merkte
  • wir merkten
  • ihr merktet
  • sie/Sie merkten

Perfekt

  • ich habe gemerkt
  • du hast gemerkt
  • er/sie/es hat gemerkt
  • wir haben gemerkt
  • ihr habt gemerkt
  • sie/Sie haben gemerkt

Plusquamperfekt

  • ich hatte gemerkt
  • du hattest gemerkt
  • er/sie/es hatte gemerkt
  • wir hatten gemerkt
  • ihr hattet gemerkt
  • sie/Sie hatten gemerkt

Futur 1

  • ich werde merken
  • du wirst merken
  • er/sie/es wird merken
  • wir werden merken
  • ihr werdet merken
  • sie/Sie werden merken

Futur 2

  • ich werde gemerkt haben
  • du wirst gemerkt haben
  • er/sie/es wird gemerkt haben
  • wir werden gemerkt haben
  • ihr werdet gemerkt haben
  • sie/Sie werden gemerkt haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich merke
  • du merkest
  • er/sie/es merke
  • wir merken
  • ihr merket
  • sie/Sie merken

II Präteritum

  • ich merkte
  • du merktest
  • er/sie/es merkte
  • wir merkten
  • ihr merktet
  • sie/Sie merkten

I Perfekt

  • ich habe gemerkt
  • du habest gemerkt
  • er/sie/es habe gemerkt
  • wir haben gemerkt
  • ihr habet gemerkt
  • sie/Sie haben gemerkt

I Futur 1

  • ich werde merken
  • du werdest merken
  • er/sie/es werde merken
  • wir werden merken
  • ihr werdet merken
  • sie/Sie werden merken

I Futur 2

  • ich werde gemerkt haben
  • du werdest gemerkt haben
  • er/sie/es werde gemerkt haben
  • wir werden gemerkt haben
  • ihr werdet gemerkt haben
  • sie/Sie werden gemerkt haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte gemerkt
  • du hättest gemerkt
  • er/sie/es hätte gemerkt
  • wir hätten gemerkt
  • ihr hättet gemerkt
  • sie/Sie hätten gemerkt

II Futur 1

  • ich würde merken
  • du würdest merken
  • er/sie/es würde merken
  • wir würden merken
  • ihr würdet merken
  • sie/Sie würden merken

II Futur 2

  • ich würde gemerkt haben
  • du würdest gemerkt haben
  • er/sie/es würde gemerkt haben
  • wir würden gemerkt haben
  • ihr würdet gemerkt haben
  • sie/Sie würden gemerkt haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Merke!
  • (wir) Merken wir!
  • (ihr) Merkt!
  • (Sie) Merken Sie!

Partizip

Präsens

  • merkend

Perfekt

  • gemerkt

Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Merken,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Merken? Typ gewoon Merken in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: