Duitse werkwoorden vervoegen

Werkwoordvervoeging

Talken

Indikativ

Präsens

  • ich talke
  • du talkst
  • er/sie/es talkt
  • wir talken
  • ihr talkt
  • sie/Sie talken

Präteritum

  • ich talkte
  • du talktest
  • er/sie/es talkte
  • wir talkten
  • ihr talktet
  • sie/Sie talkten

Perfekt

  • ich habe getalkt
  • du hast getalkt
  • er/sie/es hat getalkt
  • wir haben getalkt
  • ihr habt getalkt
  • sie/Sie haben getalkt

Plusquamperfekt

  • ich hatte getalkt
  • du hattest getalkt
  • er/sie/es hatte getalkt
  • wir hatten getalkt
  • ihr hattet getalkt
  • sie/Sie hatten getalkt

Futur 1

  • ich werde talken
  • du wirst talken
  • er/sie/es wird talken
  • wir werden talken
  • ihr werdet talken
  • sie/Sie werden talken

Futur 2

  • ich werde getalkt haben
  • du wirst getalkt haben
  • er/sie/es wird getalkt haben
  • wir werden getalkt haben
  • ihr werdet getalkt haben
  • sie/Sie werden getalkt haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich talke
  • du talkest
  • er/sie/es talke
  • wir talken
  • ihr talket
  • sie/Sie talken

II Präteritum

  • ich talkte
  • du talktest
  • er/sie/es talkte
  • wir talkten
  • ihr talktet
  • sie/Sie talkten

I Perfekt

  • ich habe getalkt
  • du habest getalkt
  • er/sie/es habe getalkt
  • wir haben getalkt
  • ihr habet getalkt
  • sie/Sie haben getalkt

I Futur 1

  • ich werde talken
  • du werdest talken
  • er/sie/es werde talken
  • wir werden talken
  • ihr werdet talken
  • sie/Sie werden talken

I Futur 2

  • ich werde getalkt haben
  • du werdest getalkt haben
  • er/sie/es werde getalkt haben
  • wir werden getalkt haben
  • ihr werdet getalkt haben
  • sie/Sie werden getalkt haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte getalkt
  • du hättest getalkt
  • er/sie/es hätte getalkt
  • wir hätten getalkt
  • ihr hättet getalkt
  • sie/Sie hätten getalkt

II Futur 1

  • ich würde talken
  • du würdest talken
  • er/sie/es würde talken
  • wir würden talken
  • ihr würdet talken
  • sie/Sie würden talken

II Futur 2

  • ich würde getalkt haben
  • du würdest getalkt haben
  • er/sie/es würde getalkt haben
  • wir würden getalkt haben
  • ihr würdet getalkt haben
  • sie/Sie würden getalkt haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Talke!
  • (wir) Talken wir!
  • (ihr) Talkt!
  • (Sie) Talken Sie!

Partizip

Präsens

  • talkend

Perfekt

  • getalkt
Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Talken,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Talken? Typ gewoon Talken in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: