Werkwoordvervoeging

Vervoegen Veraasen In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich veraase
  • du veraast
  • er/sie/es veraast
  • wir veraasen
  • ihr veraast
  • sie/Sie veraasen

Präteritum

  • ich veraaste
  • du veraastest
  • er/sie/es veraaste
  • wir veraasten
  • ihr veraastet
  • sie/Sie veraasten

Perfekt

  • ich habe veraast
  • du hast veraast
  • er/sie/es hat veraast
  • wir haben veraast
  • ihr habt veraast
  • sie/Sie haben veraast

Plusquamperfekt

  • ich hatte veraast
  • du hattest veraast
  • er/sie/es hatte veraast
  • wir hatten veraast
  • ihr hattet veraast
  • sie/Sie hatten veraast

Futur 1

  • ich werde veraasen
  • du wirst veraasen
  • er/sie/es wird veraasen
  • wir werden veraasen
  • ihr werdet veraasen
  • sie/Sie werden veraasen

Futur 2

  • ich werde veraast haben
  • du wirst veraast haben
  • er/sie/es wird veraast haben
  • wir werden veraast haben
  • ihr werdet veraast haben
  • sie/Sie werden veraast haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich veraase
  • du veraasest
  • er/sie/es veraase
  • wir veraasen
  • ihr veraaset
  • sie/Sie veraasen

II Präteritum

  • ich veraaste
  • du veraastest
  • er/sie/es veraaste
  • wir veraasten
  • ihr veraastet
  • sie/Sie veraasten

I Perfekt

  • ich habe veraast
  • du habest veraast
  • er/sie/es habe veraast
  • wir haben veraast
  • ihr habet veraast
  • sie/Sie haben veraast

I Futur 1

  • ich werde veraasen
  • du werdest veraasen
  • er/sie/es werde veraasen
  • wir werden veraasen
  • ihr werdet veraasen
  • sie/Sie werden veraasen

I Futur 2

  • ich werde veraast haben
  • du werdest veraast haben
  • er/sie/es werde veraast haben
  • wir werden veraast haben
  • ihr werdet veraast haben
  • sie/Sie werden veraast haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte veraast
  • du hättest veraast
  • er/sie/es hätte veraast
  • wir hätten veraast
  • ihr hättet veraast
  • sie/Sie hätten veraast

II Futur 1

  • ich würde veraasen
  • du würdest veraasen
  • er/sie/es würde veraasen
  • wir würden veraasen
  • ihr würdet veraasen
  • sie/Sie würden veraasen

II Futur 2

  • ich würde veraast haben
  • du würdest veraast haben
  • er/sie/es würde veraast haben
  • wir würden veraast haben
  • ihr würdet veraast haben
  • sie/Sie würden veraast haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Veraase!
  • (wir) Veraasen wir!
  • (ihr) Veraast!
  • (Sie) Veraasen Sie!

Partizip

Präsens

  • veraasend

Perfekt

  • veraast

Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Veraasen,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Veraasen? Typ gewoon Veraasen in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: