Duitse werkwoorden vervoegen

Werkwoordvervoeging

Vervoegen Verargen In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich verarge
  • du verargst
  • er/sie/es verargt
  • wir verargen
  • ihr verargt
  • sie/Sie verargen

Präteritum

  • ich verargte
  • du verargtest
  • er/sie/es verargte
  • wir verargten
  • ihr verargtet
  • sie/Sie verargten

Perfekt

  • ich habe verargt
  • du hast verargt
  • er/sie/es hat verargt
  • wir haben verargt
  • ihr habt verargt
  • sie/Sie haben verargt

Plusquamperfekt

  • ich hatte verargt
  • du hattest verargt
  • er/sie/es hatte verargt
  • wir hatten verargt
  • ihr hattet verargt
  • sie/Sie hatten verargt

Futur 1

  • ich werde verargen
  • du wirst verargen
  • er/sie/es wird verargen
  • wir werden verargen
  • ihr werdet verargen
  • sie/Sie werden verargen

Futur 2

  • ich werde verargt haben
  • du wirst verargt haben
  • er/sie/es wird verargt haben
  • wir werden verargt haben
  • ihr werdet verargt haben
  • sie/Sie werden verargt haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich verarge
  • du verargest
  • er/sie/es verarge
  • wir verargen
  • ihr verarget
  • sie/Sie verargen

II Präteritum

  • ich verargte
  • du verargtest
  • er/sie/es verargte
  • wir verargten
  • ihr verargtet
  • sie/Sie verargten

I Perfekt

  • ich habe verargt
  • du habest verargt
  • er/sie/es habe verargt
  • wir haben verargt
  • ihr habet verargt
  • sie/Sie haben verargt

I Futur 1

  • ich werde verargen
  • du werdest verargen
  • er/sie/es werde verargen
  • wir werden verargen
  • ihr werdet verargen
  • sie/Sie werden verargen

I Futur 2

  • ich werde verargt haben
  • du werdest verargt haben
  • er/sie/es werde verargt haben
  • wir werden verargt haben
  • ihr werdet verargt haben
  • sie/Sie werden verargt haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte verargt
  • du hättest verargt
  • er/sie/es hätte verargt
  • wir hätten verargt
  • ihr hättet verargt
  • sie/Sie hätten verargt

II Futur 1

  • ich würde verargen
  • du würdest verargen
  • er/sie/es würde verargen
  • wir würden verargen
  • ihr würdet verargen
  • sie/Sie würden verargen

II Futur 2

  • ich würde verargt haben
  • du würdest verargt haben
  • er/sie/es würde verargt haben
  • wir würden verargt haben
  • ihr würdet verargt haben
  • sie/Sie würden verargt haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Verarge! / (du) Verarg!
  • (wir) Verargen wir!
  • (ihr) Verargt!
  • (Sie) Verargen Sie!

Partizip

Präsens

  • verargend

Perfekt

  • verargt
Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Verargen,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Verargen? Typ gewoon Verargen in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: