Werkwoordvervoeging

Verengen

Indikativ

Präsens

  • ich verenge
  • du verengst
  • er/sie/es verengt
  • wir verengen
  • ihr verengt
  • sie/Sie verengen

Präteritum

  • ich verengte
  • du verengtest
  • er/sie/es verengte
  • wir verengten
  • ihr verengtet
  • sie/Sie verengten

Perfekt

  • ich habe verengt
  • du hast verengt
  • er/sie/es hat verengt
  • wir haben verengt
  • ihr habt verengt
  • sie/Sie haben verengt

Plusquamperfekt

  • ich hatte verengt
  • du hattest verengt
  • er/sie/es hatte verengt
  • wir hatten verengt
  • ihr hattet verengt
  • sie/Sie hatten verengt

Futur 1

  • ich werde verengen
  • du wirst verengen
  • er/sie/es wird verengen
  • wir werden verengen
  • ihr werdet verengen
  • sie/Sie werden verengen

Futur 2

  • ich werde verengt haben
  • du wirst verengt haben
  • er/sie/es wird verengt haben
  • wir werden verengt haben
  • ihr werdet verengt haben
  • sie/Sie werden verengt haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich verenge
  • du verengest
  • er/sie/es verenge
  • wir verengen
  • ihr verenget
  • sie/Sie verengen

II Präteritum

  • ich verengte
  • du verengtest
  • er/sie/es verengte
  • wir verengten
  • ihr verengtet
  • sie/Sie verengten

I Perfekt

  • ich habe verengt
  • du habest verengt
  • er/sie/es habe verengt
  • wir haben verengt
  • ihr habet verengt
  • sie/Sie haben verengt

I Futur 1

  • ich werde verengen
  • du werdest verengen
  • er/sie/es werde verengen
  • wir werden verengen
  • ihr werdet verengen
  • sie/Sie werden verengen

I Futur 2

  • ich werde verengt haben
  • du werdest verengt haben
  • er/sie/es werde verengt haben
  • wir werden verengt haben
  • ihr werdet verengt haben
  • sie/Sie werden verengt haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte verengt
  • du hättest verengt
  • er/sie/es hätte verengt
  • wir hätten verengt
  • ihr hättet verengt
  • sie/Sie hätten verengt

II Futur 1

  • ich würde verengen
  • du würdest verengen
  • er/sie/es würde verengen
  • wir würden verengen
  • ihr würdet verengen
  • sie/Sie würden verengen

II Futur 2

  • ich würde verengt haben
  • du würdest verengt haben
  • er/sie/es würde verengt haben
  • wir würden verengt haben
  • ihr würdet verengt haben
  • sie/Sie würden verengt haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Verenge! / (du) Vereng!
  • (wir) Verengen wir!
  • (ihr) Verengt!
  • (Sie) Verengen Sie!

Partizip

Präsens

  • verengend

Perfekt

  • verengt

Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Verengen,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Verengen? Typ gewoon Verengen in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: