Duitse werkwoorden vervoegen

Werkwoordvervoeging

Vervoegen Verfallen In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich verfalle
  • du verfällst
  • er/sie/es verfällt
  • wir verfallen
  • ihr verfallt
  • sie/Sie verfallen

Präteritum

  • ich verfiel
  • du verfielst
  • er/sie/es verfiel
  • wir verfielen
  • ihr verfielt
  • sie/Sie verfielen

Perfekt

  • ich bin verfallen
  • du bist verfallen
  • er/sie/es ist verfallen
  • wir sind verfallen
  • ihr seid verfallen
  • sie/Sie sind verfallen

Plusquamperfekt

  • ich war verfallen
  • du warst verfallen
  • er/sie/es war verfallen
  • wir waren verfallen
  • ihr wart verfallen
  • sie/Sie waren verfallen

Futur 1

  • ich werde verfallen
  • du wirst verfallen
  • er/sie/es wird verfallen
  • wir werden verfallen
  • ihr werdet verfallen
  • sie/Sie werden verfallen

Futur 2

  • ich werde verfallen sein
  • du wirst verfallen sein
  • er/sie/es wird verfallen sein
  • wir werden verfallen sein
  • ihr werdet verfallen sein
  • sie/Sie werden verfallen sein

Konjunktiv

I Präsens

  • ich verfalle
  • du verfallest
  • er/sie/es verfalle
  • wir verfallen
  • ihr verfallet
  • sie/Sie verfallen

II Präteritum

  • ich verfiele
  • du verfielest
  • er/sie/es verfiele
  • wir verfielen
  • ihr verfielet
  • sie/Sie verfielen

I Perfekt

  • ich sei verfallen
  • du seist verfallen
  • er/sie/es sei verfallen
  • wir seien verfallen
  • ihr seiet verfallen
  • sie/Sie seien verfallen

I Futur 1

  • ich werde verfallen
  • du werdest verfallen
  • er/sie/es werde verfallen
  • wir werden verfallen
  • ihr werdet verfallen
  • sie/Sie werden verfallen

I Futur 2

  • ich werde verfallen sein
  • du werdest verfallen sein
  • er/sie/es werde verfallen sein
  • wir werden verfallen sein
  • ihr werdet verfallen sein
  • sie/Sie werden verfallen sein

II Plusquamperfekt

  • ich wäre verfallen
  • du wärest verfallen / du wärst verfallen
  • er/sie/es wäre verfallen
  • wir wären verfallen
  • ihr wäret verfallen / ihr wärt verfallen
  • sie/Sie wären verfallen

II Futur 1

  • ich würde verfallen
  • du würdest verfallen
  • er/sie/es würde verfallen
  • wir würden verfallen
  • ihr würdet verfallen
  • sie/Sie würden verfallen

II Futur 2

  • ich würde verfallen sein
  • du würdest verfallen sein
  • er/sie/es würde verfallen sein
  • wir würden verfallen sein
  • ihr würdet verfallen sein
  • sie/Sie würden verfallen sein

Imperativ

Präsens

  • (du) Verfalle! / (du) Verfall!
  • (wir) Verfallen wir!
  • (ihr) Verfallt!
  • (Sie) Verfallen Sie!

Partizip

Präsens

  • verfallend

Perfekt

  • verfallen
Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Verfallen,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Verfallen? Typ gewoon Verfallen in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: