Werkwoordvervoeging

Verfangen

Indikativ

Präsens

  • ich verfange
  • du verfängst
  • er/sie/es verfängt
  • wir verfangen
  • ihr verfangt
  • sie/Sie verfangen

Präteritum

  • ich verfing
  • du verfingst
  • er/sie/es verfing
  • wir verfingen
  • ihr verfingt
  • sie/Sie verfingen

Perfekt

  • ich habe verfangen
  • du hast verfangen
  • er/sie/es hat verfangen
  • wir haben verfangen
  • ihr habt verfangen
  • sie/Sie haben verfangen

Plusquamperfekt

  • ich hatte verfangen
  • du hattest verfangen
  • er/sie/es hatte verfangen
  • wir hatten verfangen
  • ihr hattet verfangen
  • sie/Sie hatten verfangen

Futur 1

  • ich werde verfangen
  • du wirst verfangen
  • er/sie/es wird verfangen
  • wir werden verfangen
  • ihr werdet verfangen
  • sie/Sie werden verfangen

Futur 2

  • ich werde verfangen haben
  • du wirst verfangen haben
  • er/sie/es wird verfangen haben
  • wir werden verfangen haben
  • ihr werdet verfangen haben
  • sie/Sie werden verfangen haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich verfange
  • du verfangest
  • er/sie/es verfange
  • wir verfangen
  • ihr verfanget
  • sie/Sie verfangen

II Präteritum

  • ich verfinge
  • du verfingest
  • er/sie/es verfinge
  • wir verfingen
  • ihr verfinget
  • sie/Sie verfingen

I Perfekt

  • ich habe verfangen
  • du habest verfangen
  • er/sie/es habe verfangen
  • wir haben verfangen
  • ihr habet verfangen
  • sie/Sie haben verfangen

I Futur 1

  • ich werde verfangen
  • du werdest verfangen
  • er/sie/es werde verfangen
  • wir werden verfangen
  • ihr werdet verfangen
  • sie/Sie werden verfangen

I Futur 2

  • ich werde verfangen haben
  • du werdest verfangen haben
  • er/sie/es werde verfangen haben
  • wir werden verfangen haben
  • ihr werdet verfangen haben
  • sie/Sie werden verfangen haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte verfangen
  • du hättest verfangen
  • er/sie/es hätte verfangen
  • wir hätten verfangen
  • ihr hättet verfangen
  • sie/Sie hätten verfangen

II Futur 1

  • ich würde verfangen
  • du würdest verfangen
  • er/sie/es würde verfangen
  • wir würden verfangen
  • ihr würdet verfangen
  • sie/Sie würden verfangen

II Futur 2

  • ich würde verfangen haben
  • du würdest verfangen haben
  • er/sie/es würde verfangen haben
  • wir würden verfangen haben
  • ihr würdet verfangen haben
  • sie/Sie würden verfangen haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Verfange! / (du) Verfang!
  • (wir) Verfangen wir!
  • (ihr) Verfangt!
  • (Sie) Verfangen Sie!

Partizip

Präsens

  • verfangend

Perfekt

  • verfangen

Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Verfangen,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Verfangen? Typ gewoon Verfangen in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: