Werkwoordvervoeging

Verkappen

Indikativ

Präsens

  • ich verkappe
  • du verkappst
  • er/sie/es verkappt
  • wir verkappen
  • ihr verkappt
  • sie/Sie verkappen

Präteritum

  • ich verkappte
  • du verkapptest
  • er/sie/es verkappte
  • wir verkappten
  • ihr verkapptet
  • sie/Sie verkappten

Perfekt

  • ich habe verkappt
  • du hast verkappt
  • er/sie/es hat verkappt
  • wir haben verkappt
  • ihr habt verkappt
  • sie/Sie haben verkappt

Plusquamperfekt

  • ich hatte verkappt
  • du hattest verkappt
  • er/sie/es hatte verkappt
  • wir hatten verkappt
  • ihr hattet verkappt
  • sie/Sie hatten verkappt

Futur 1

  • ich werde verkappen
  • du wirst verkappen
  • er/sie/es wird verkappen
  • wir werden verkappen
  • ihr werdet verkappen
  • sie/Sie werden verkappen

Futur 2

  • ich werde verkappt haben
  • du wirst verkappt haben
  • er/sie/es wird verkappt haben
  • wir werden verkappt haben
  • ihr werdet verkappt haben
  • sie/Sie werden verkappt haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich verkappe
  • du verkappest
  • er/sie/es verkappe
  • wir verkappen
  • ihr verkappet
  • sie/Sie verkappen

II Präteritum

  • ich verkappte
  • du verkapptest
  • er/sie/es verkappte
  • wir verkappten
  • ihr verkapptet
  • sie/Sie verkappten

I Perfekt

  • ich habe verkappt
  • du habest verkappt
  • er/sie/es habe verkappt
  • wir haben verkappt
  • ihr habet verkappt
  • sie/Sie haben verkappt

I Futur 1

  • ich werde verkappen
  • du werdest verkappen
  • er/sie/es werde verkappen
  • wir werden verkappen
  • ihr werdet verkappen
  • sie/Sie werden verkappen

I Futur 2

  • ich werde verkappt haben
  • du werdest verkappt haben
  • er/sie/es werde verkappt haben
  • wir werden verkappt haben
  • ihr werdet verkappt haben
  • sie/Sie werden verkappt haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte verkappt
  • du hättest verkappt
  • er/sie/es hätte verkappt
  • wir hätten verkappt
  • ihr hättet verkappt
  • sie/Sie hätten verkappt

II Futur 1

  • ich würde verkappen
  • du würdest verkappen
  • er/sie/es würde verkappen
  • wir würden verkappen
  • ihr würdet verkappen
  • sie/Sie würden verkappen

II Futur 2

  • ich würde verkappt haben
  • du würdest verkappt haben
  • er/sie/es würde verkappt haben
  • wir würden verkappt haben
  • ihr würdet verkappt haben
  • sie/Sie würden verkappt haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Verkappe!
  • (wir) Verkappen wir!
  • (ihr) Verkappt!
  • (Sie) Verkappen Sie!

Partizip

Präsens

  • verkappend

Perfekt

  • verkappt

Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Verkappen,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Verkappen? Typ gewoon Verkappen in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: