Werkwoordvervoeging

Vervoegen Verkleiden In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich verkleide
  • du verkleidest
  • er/sie/es verkleidet
  • wir verkleiden
  • ihr verkleidet
  • sie/Sie verkleiden

Präteritum

  • ich verkleidete
  • du verkleidetest
  • er/sie/es verkleidete
  • wir verkleideten
  • ihr verkleidetet
  • sie/Sie verkleideten

Perfekt

  • ich habe verkleidet
  • du hast verkleidet
  • er/sie/es hat verkleidet
  • wir haben verkleidet
  • ihr habt verkleidet
  • sie/Sie haben verkleidet

Plusquamperfekt

  • ich hatte verkleidet
  • du hattest verkleidet
  • er/sie/es hatte verkleidet
  • wir hatten verkleidet
  • ihr hattet verkleidet
  • sie/Sie hatten verkleidet

Futur 1

  • ich werde verkleiden
  • du wirst verkleiden
  • er/sie/es wird verkleiden
  • wir werden verkleiden
  • ihr werdet verkleiden
  • sie/Sie werden verkleiden

Futur 2

  • ich werde verkleidet haben
  • du wirst verkleidet haben
  • er/sie/es wird verkleidet haben
  • wir werden verkleidet haben
  • ihr werdet verkleidet haben
  • sie/Sie werden verkleidet haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich verkleide
  • du verkleidest
  • er/sie/es verkleide
  • wir verkleiden
  • ihr verkleidet
  • sie/Sie verkleiden

II Präteritum

  • ich verkleidete
  • du verkleidetest
  • er/sie/es verkleidete
  • wir verkleideten
  • ihr verkleidetet
  • sie/Sie verkleideten

I Perfekt

  • ich habe verkleidet
  • du habest verkleidet
  • er/sie/es habe verkleidet
  • wir haben verkleidet
  • ihr habet verkleidet
  • sie/Sie haben verkleidet

I Futur 1

  • ich werde verkleiden
  • du werdest verkleiden
  • er/sie/es werde verkleiden
  • wir werden verkleiden
  • ihr werdet verkleiden
  • sie/Sie werden verkleiden

I Futur 2

  • ich werde verkleidet haben
  • du werdest verkleidet haben
  • er/sie/es werde verkleidet haben
  • wir werden verkleidet haben
  • ihr werdet verkleidet haben
  • sie/Sie werden verkleidet haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte verkleidet
  • du hättest verkleidet
  • er/sie/es hätte verkleidet
  • wir hätten verkleidet
  • ihr hättet verkleidet
  • sie/Sie hätten verkleidet

II Futur 1

  • ich würde verkleiden
  • du würdest verkleiden
  • er/sie/es würde verkleiden
  • wir würden verkleiden
  • ihr würdet verkleiden
  • sie/Sie würden verkleiden

II Futur 2

  • ich würde verkleidet haben
  • du würdest verkleidet haben
  • er/sie/es würde verkleidet haben
  • wir würden verkleidet haben
  • ihr würdet verkleidet haben
  • sie/Sie würden verkleidet haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Verkleide! / (du) Verkleid!
  • (wir) Verkleiden wir!
  • (ihr) Verkleidet!
  • (Sie) Verkleiden Sie!

Partizip

Präsens

  • verkleidend

Perfekt

  • verkleidet

Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Verkleiden,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Verkleiden? Typ gewoon Verkleiden in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: