Werkwoordvervoeging

Verkoken

Indikativ

Präsens

  • ich verkoke
  • du verkokst
  • er/sie/es verkokt
  • wir verkoken
  • ihr verkokt
  • sie/Sie verkoken

Präteritum

  • ich verkokte
  • du verkoktest
  • er/sie/es verkokte
  • wir verkokten
  • ihr verkoktet
  • sie/Sie verkokten

Perfekt

  • ich habe verkokt
  • du hast verkokt
  • er/sie/es hat verkokt
  • wir haben verkokt
  • ihr habt verkokt
  • sie/Sie haben verkokt

Plusquamperfekt

  • ich hatte verkokt
  • du hattest verkokt
  • er/sie/es hatte verkokt
  • wir hatten verkokt
  • ihr hattet verkokt
  • sie/Sie hatten verkokt

Futur 1

  • ich werde verkoken
  • du wirst verkoken
  • er/sie/es wird verkoken
  • wir werden verkoken
  • ihr werdet verkoken
  • sie/Sie werden verkoken

Futur 2

  • ich werde verkokt haben
  • du wirst verkokt haben
  • er/sie/es wird verkokt haben
  • wir werden verkokt haben
  • ihr werdet verkokt haben
  • sie/Sie werden verkokt haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich verkoke
  • du verkokest
  • er/sie/es verkoke
  • wir verkoken
  • ihr verkoket
  • sie/Sie verkoken

II Präteritum

  • ich verkokte
  • du verkoktest
  • er/sie/es verkokte
  • wir verkokten
  • ihr verkoktet
  • sie/Sie verkokten

I Perfekt

  • ich habe verkokt
  • du habest verkokt
  • er/sie/es habe verkokt
  • wir haben verkokt
  • ihr habet verkokt
  • sie/Sie haben verkokt

I Futur 1

  • ich werde verkoken
  • du werdest verkoken
  • er/sie/es werde verkoken
  • wir werden verkoken
  • ihr werdet verkoken
  • sie/Sie werden verkoken

I Futur 2

  • ich werde verkokt haben
  • du werdest verkokt haben
  • er/sie/es werde verkokt haben
  • wir werden verkokt haben
  • ihr werdet verkokt haben
  • sie/Sie werden verkokt haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte verkokt
  • du hättest verkokt
  • er/sie/es hätte verkokt
  • wir hätten verkokt
  • ihr hättet verkokt
  • sie/Sie hätten verkokt

II Futur 1

  • ich würde verkoken
  • du würdest verkoken
  • er/sie/es würde verkoken
  • wir würden verkoken
  • ihr würdet verkoken
  • sie/Sie würden verkoken

II Futur 2

  • ich würde verkokt haben
  • du würdest verkokt haben
  • er/sie/es würde verkokt haben
  • wir würden verkokt haben
  • ihr würdet verkokt haben
  • sie/Sie würden verkokt haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Verkoke!
  • (wir) Verkoken wir!
  • (ihr) Verkokt!
  • (Sie) Verkoken Sie!

Partizip

Präsens

  • verkokend

Perfekt

  • verkokt

Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Verkoken,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Verkoken? Typ gewoon Verkoken in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: