Werkwoordvervoeging

Verkorken

Indikativ

Präsens

  • ich verkorke
  • du verkorkst
  • er/sie/es verkorkt
  • wir verkorken
  • ihr verkorkt
  • sie/Sie verkorken

Präteritum

  • ich verkorkte
  • du verkorktest
  • er/sie/es verkorkte
  • wir verkorkten
  • ihr verkorktet
  • sie/Sie verkorkten

Perfekt

  • ich habe verkorkt
  • du hast verkorkt
  • er/sie/es hat verkorkt
  • wir haben verkorkt
  • ihr habt verkorkt
  • sie/Sie haben verkorkt

Plusquamperfekt

  • ich hatte verkorkt
  • du hattest verkorkt
  • er/sie/es hatte verkorkt
  • wir hatten verkorkt
  • ihr hattet verkorkt
  • sie/Sie hatten verkorkt

Futur 1

  • ich werde verkorken
  • du wirst verkorken
  • er/sie/es wird verkorken
  • wir werden verkorken
  • ihr werdet verkorken
  • sie/Sie werden verkorken

Futur 2

  • ich werde verkorkt haben
  • du wirst verkorkt haben
  • er/sie/es wird verkorkt haben
  • wir werden verkorkt haben
  • ihr werdet verkorkt haben
  • sie/Sie werden verkorkt haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich verkorke
  • du verkorkest
  • er/sie/es verkorke
  • wir verkorken
  • ihr verkorket
  • sie/Sie verkorken

II Präteritum

  • ich verkorkte
  • du verkorktest
  • er/sie/es verkorkte
  • wir verkorkten
  • ihr verkorktet
  • sie/Sie verkorkten

I Perfekt

  • ich habe verkorkt
  • du habest verkorkt
  • er/sie/es habe verkorkt
  • wir haben verkorkt
  • ihr habet verkorkt
  • sie/Sie haben verkorkt

I Futur 1

  • ich werde verkorken
  • du werdest verkorken
  • er/sie/es werde verkorken
  • wir werden verkorken
  • ihr werdet verkorken
  • sie/Sie werden verkorken

I Futur 2

  • ich werde verkorkt haben
  • du werdest verkorkt haben
  • er/sie/es werde verkorkt haben
  • wir werden verkorkt haben
  • ihr werdet verkorkt haben
  • sie/Sie werden verkorkt haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte verkorkt
  • du hättest verkorkt
  • er/sie/es hätte verkorkt
  • wir hätten verkorkt
  • ihr hättet verkorkt
  • sie/Sie hätten verkorkt

II Futur 1

  • ich würde verkorken
  • du würdest verkorken
  • er/sie/es würde verkorken
  • wir würden verkorken
  • ihr würdet verkorken
  • sie/Sie würden verkorken

II Futur 2

  • ich würde verkorkt haben
  • du würdest verkorkt haben
  • er/sie/es würde verkorkt haben
  • wir würden verkorkt haben
  • ihr würdet verkorkt haben
  • sie/Sie würden verkorkt haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Verkorke!
  • (wir) Verkorken wir!
  • (ihr) Verkorkt!
  • (Sie) Verkorken Sie!

Partizip

Präsens

  • verkorkend

Perfekt

  • verkorkt

Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Verkorken,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Verkorken? Typ gewoon Verkorken in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: