Duitse werkwoorden vervoegen

Werkwoordvervoeging

Vervoegen Verlieren In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich verliere
  • du verlierst
  • er/sie/es verliert
  • wir verlieren
  • ihr verliert
  • sie/Sie verlieren

Präteritum

  • ich verlor
  • du verlorst
  • er/sie/es verlor
  • wir verloren
  • ihr verlort
  • sie/Sie verloren

Perfekt

  • ich habe verloren
  • du hast verloren
  • er/sie/es hat verloren
  • wir haben verloren
  • ihr habt verloren
  • sie/Sie haben verloren

Plusquamperfekt

  • ich hatte verloren
  • du hattest verloren
  • er/sie/es hatte verloren
  • wir hatten verloren
  • ihr hattet verloren
  • sie/Sie hatten verloren

Futur 1

  • ich werde verlieren
  • du wirst verlieren
  • er/sie/es wird verlieren
  • wir werden verlieren
  • ihr werdet verlieren
  • sie/Sie werden verlieren

Futur 2

  • ich werde verloren haben
  • du wirst verloren haben
  • er/sie/es wird verloren haben
  • wir werden verloren haben
  • ihr werdet verloren haben
  • sie/Sie werden verloren haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich verliere
  • du verlierest
  • er/sie/es verliere
  • wir verlieren
  • ihr verlieret
  • sie/Sie verlieren

II Präteritum

  • ich verlöre
  • du verlörest
  • er/sie/es verlöre
  • wir verlören
  • ihr verlöret
  • sie/Sie verlören

I Perfekt

  • ich habe verloren
  • du habest verloren
  • er/sie/es habe verloren
  • wir haben verloren
  • ihr habet verloren
  • sie/Sie haben verloren

I Futur 1

  • ich werde verlieren
  • du werdest verlieren
  • er/sie/es werde verlieren
  • wir werden verlieren
  • ihr werdet verlieren
  • sie/Sie werden verlieren

I Futur 2

  • ich werde verloren haben
  • du werdest verloren haben
  • er/sie/es werde verloren haben
  • wir werden verloren haben
  • ihr werdet verloren haben
  • sie/Sie werden verloren haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte verloren
  • du hättest verloren
  • er/sie/es hätte verloren
  • wir hätten verloren
  • ihr hättet verloren
  • sie/Sie hätten verloren

II Futur 1

  • ich würde verlieren
  • du würdest verlieren
  • er/sie/es würde verlieren
  • wir würden verlieren
  • ihr würdet verlieren
  • sie/Sie würden verlieren

II Futur 2

  • ich würde verloren haben
  • du würdest verloren haben
  • er/sie/es würde verloren haben
  • wir würden verloren haben
  • ihr würdet verloren haben
  • sie/Sie würden verloren haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Verliere!
  • (wir) Verlieren wir!
  • (ihr) Verliert!
  • (Sie) Verlieren Sie!

Partizip

Präsens

  • verlierend

Perfekt

  • verloren
Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Verlieren,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Verlieren? Typ gewoon Verlieren in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: