Werkwoordvervoeging

Verpesten

Indikativ

Präsens

  • ich verpeste
  • du verpestest
  • er/sie/es verpestet
  • wir verpesten
  • ihr verpestet
  • sie/Sie verpesten

Präteritum

  • ich verpestete
  • du verpestetest
  • er/sie/es verpestete
  • wir verpesteten
  • ihr verpestetet
  • sie/Sie verpesteten

Perfekt

  • ich habe verpestet
  • du hast verpestet
  • er/sie/es hat verpestet
  • wir haben verpestet
  • ihr habt verpestet
  • sie/Sie haben verpestet

Plusquamperfekt

  • ich hatte verpestet
  • du hattest verpestet
  • er/sie/es hatte verpestet
  • wir hatten verpestet
  • ihr hattet verpestet
  • sie/Sie hatten verpestet

Futur 1

  • ich werde verpesten
  • du wirst verpesten
  • er/sie/es wird verpesten
  • wir werden verpesten
  • ihr werdet verpesten
  • sie/Sie werden verpesten

Futur 2

  • ich werde verpestet haben
  • du wirst verpestet haben
  • er/sie/es wird verpestet haben
  • wir werden verpestet haben
  • ihr werdet verpestet haben
  • sie/Sie werden verpestet haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich verpeste
  • du verpestest
  • er/sie/es verpeste
  • wir verpesten
  • ihr verpestet
  • sie/Sie verpesten

II Präteritum

  • ich verpestete
  • du verpestetest
  • er/sie/es verpestete
  • wir verpesteten
  • ihr verpestetet
  • sie/Sie verpesteten

I Perfekt

  • ich habe verpestet
  • du habest verpestet
  • er/sie/es habe verpestet
  • wir haben verpestet
  • ihr habet verpestet
  • sie/Sie haben verpestet

I Futur 1

  • ich werde verpesten
  • du werdest verpesten
  • er/sie/es werde verpesten
  • wir werden verpesten
  • ihr werdet verpesten
  • sie/Sie werden verpesten

I Futur 2

  • ich werde verpestet haben
  • du werdest verpestet haben
  • er/sie/es werde verpestet haben
  • wir werden verpestet haben
  • ihr werdet verpestet haben
  • sie/Sie werden verpestet haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte verpestet
  • du hättest verpestet
  • er/sie/es hätte verpestet
  • wir hätten verpestet
  • ihr hättet verpestet
  • sie/Sie hätten verpestet

II Futur 1

  • ich würde verpesten
  • du würdest verpesten
  • er/sie/es würde verpesten
  • wir würden verpesten
  • ihr würdet verpesten
  • sie/Sie würden verpesten

II Futur 2

  • ich würde verpestet haben
  • du würdest verpestet haben
  • er/sie/es würde verpestet haben
  • wir würden verpestet haben
  • ihr würdet verpestet haben
  • sie/Sie würden verpestet haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Verpeste! / (du) Verpest!
  • (wir) Verpesten wir!
  • (ihr) Verpestet!
  • (Sie) Verpesten Sie!

Partizip

Präsens

  • verpestend

Perfekt

  • verpestet

Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Verpesten,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Verpesten? Typ gewoon Verpesten in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: