Werkwoordvervoeging

Vervoegen Verrenten In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich verrente
  • du verrentest
  • er/sie/es verrentet
  • wir verrenten
  • ihr verrentet
  • sie/Sie verrenten

Präteritum

  • ich verrentete
  • du verrentetest
  • er/sie/es verrentete
  • wir verrenteten
  • ihr verrentetet
  • sie/Sie verrenteten

Perfekt

  • ich habe verrentet
  • du hast verrentet
  • er/sie/es hat verrentet
  • wir haben verrentet
  • ihr habt verrentet
  • sie/Sie haben verrentet

Plusquamperfekt

  • ich hatte verrentet
  • du hattest verrentet
  • er/sie/es hatte verrentet
  • wir hatten verrentet
  • ihr hattet verrentet
  • sie/Sie hatten verrentet

Futur 1

  • ich werde verrenten
  • du wirst verrenten
  • er/sie/es wird verrenten
  • wir werden verrenten
  • ihr werdet verrenten
  • sie/Sie werden verrenten

Futur 2

  • ich werde verrentet haben
  • du wirst verrentet haben
  • er/sie/es wird verrentet haben
  • wir werden verrentet haben
  • ihr werdet verrentet haben
  • sie/Sie werden verrentet haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich verrente
  • du verrentest
  • er/sie/es verrente
  • wir verrenten
  • ihr verrentet
  • sie/Sie verrenten

II Präteritum

  • ich verrentete
  • du verrentetest
  • er/sie/es verrentete
  • wir verrenteten
  • ihr verrentetet
  • sie/Sie verrenteten

I Perfekt

  • ich habe verrentet
  • du habest verrentet
  • er/sie/es habe verrentet
  • wir haben verrentet
  • ihr habet verrentet
  • sie/Sie haben verrentet

I Futur 1

  • ich werde verrenten
  • du werdest verrenten
  • er/sie/es werde verrenten
  • wir werden verrenten
  • ihr werdet verrenten
  • sie/Sie werden verrenten

I Futur 2

  • ich werde verrentet haben
  • du werdest verrentet haben
  • er/sie/es werde verrentet haben
  • wir werden verrentet haben
  • ihr werdet verrentet haben
  • sie/Sie werden verrentet haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte verrentet
  • du hättest verrentet
  • er/sie/es hätte verrentet
  • wir hätten verrentet
  • ihr hättet verrentet
  • sie/Sie hätten verrentet

II Futur 1

  • ich würde verrenten
  • du würdest verrenten
  • er/sie/es würde verrenten
  • wir würden verrenten
  • ihr würdet verrenten
  • sie/Sie würden verrenten

II Futur 2

  • ich würde verrentet haben
  • du würdest verrentet haben
  • er/sie/es würde verrentet haben
  • wir würden verrentet haben
  • ihr würdet verrentet haben
  • sie/Sie würden verrentet haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Verrente! / (du) Verrent!
  • (wir) Verrenten wir!
  • (ihr) Verrentet!
  • (Sie) Verrenten Sie!

Partizip

Präsens

  • verrentend

Perfekt

  • verrentet

Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Verrenten,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Verrenten? Typ gewoon Verrenten in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: