Werkwoordvervoeging

Verulken

Indikativ

Präsens

  • ich verulke
  • du verulkst
  • er/sie/es verulkt
  • wir verulken
  • ihr verulkt
  • sie/Sie verulken

Präteritum

  • ich verulkte
  • du verulktest
  • er/sie/es verulkte
  • wir verulkten
  • ihr verulktet
  • sie/Sie verulkten

Perfekt

  • ich habe verulkt
  • du hast verulkt
  • er/sie/es hat verulkt
  • wir haben verulkt
  • ihr habt verulkt
  • sie/Sie haben verulkt

Plusquamperfekt

  • ich hatte verulkt
  • du hattest verulkt
  • er/sie/es hatte verulkt
  • wir hatten verulkt
  • ihr hattet verulkt
  • sie/Sie hatten verulkt

Futur 1

  • ich werde verulken
  • du wirst verulken
  • er/sie/es wird verulken
  • wir werden verulken
  • ihr werdet verulken
  • sie/Sie werden verulken

Futur 2

  • ich werde verulkt haben
  • du wirst verulkt haben
  • er/sie/es wird verulkt haben
  • wir werden verulkt haben
  • ihr werdet verulkt haben
  • sie/Sie werden verulkt haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich verulke
  • du verulkest
  • er/sie/es verulke
  • wir verulken
  • ihr verulket
  • sie/Sie verulken

II Präteritum

  • ich verulkte
  • du verulktest
  • er/sie/es verulkte
  • wir verulkten
  • ihr verulktet
  • sie/Sie verulkten

I Perfekt

  • ich habe verulkt
  • du habest verulkt
  • er/sie/es habe verulkt
  • wir haben verulkt
  • ihr habet verulkt
  • sie/Sie haben verulkt

I Futur 1

  • ich werde verulken
  • du werdest verulken
  • er/sie/es werde verulken
  • wir werden verulken
  • ihr werdet verulken
  • sie/Sie werden verulken

I Futur 2

  • ich werde verulkt haben
  • du werdest verulkt haben
  • er/sie/es werde verulkt haben
  • wir werden verulkt haben
  • ihr werdet verulkt haben
  • sie/Sie werden verulkt haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte verulkt
  • du hättest verulkt
  • er/sie/es hätte verulkt
  • wir hätten verulkt
  • ihr hättet verulkt
  • sie/Sie hätten verulkt

II Futur 1

  • ich würde verulken
  • du würdest verulken
  • er/sie/es würde verulken
  • wir würden verulken
  • ihr würdet verulken
  • sie/Sie würden verulken

II Futur 2

  • ich würde verulkt haben
  • du würdest verulkt haben
  • er/sie/es würde verulkt haben
  • wir würden verulkt haben
  • ihr würdet verulkt haben
  • sie/Sie würden verulkt haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Verulke!
  • (wir) Verulken wir!
  • (ihr) Verulkt!
  • (Sie) Verulken Sie!

Partizip

Präsens

  • verulkend

Perfekt

  • verulkt

Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Verulken,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Verulken? Typ gewoon Verulken in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: