Werkwoordvervoeging

Vervoegen Vollziehen In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich vollziehe
  • du vollziehst
  • er/sie/es vollzieht
  • wir vollziehen
  • ihr vollzieht
  • sie/Sie vollziehen

Präteritum

  • ich vollzog
  • du vollzogst
  • er/sie/es vollzog
  • wir vollzogen
  • ihr vollzogt
  • sie/Sie vollzogen

Perfekt

  • ich habe vollzogen
  • du hast vollzogen
  • er/sie/es hat vollzogen
  • wir haben vollzogen
  • ihr habt vollzogen
  • sie/Sie haben vollzogen

Plusquamperfekt

  • ich hatte vollzogen
  • du hattest vollzogen
  • er/sie/es hatte vollzogen
  • wir hatten vollzogen
  • ihr hattet vollzogen
  • sie/Sie hatten vollzogen

Futur 1

  • ich werde vollziehen
  • du wirst vollziehen
  • er/sie/es wird vollziehen
  • wir werden vollziehen
  • ihr werdet vollziehen
  • sie/Sie werden vollziehen

Futur 2

  • ich werde vollzogen haben
  • du wirst vollzogen haben
  • er/sie/es wird vollzogen haben
  • wir werden vollzogen haben
  • ihr werdet vollzogen haben
  • sie/Sie werden vollzogen haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich vollziehe
  • du vollziehest
  • er/sie/es vollziehe
  • wir vollziehen
  • ihr vollziehet
  • sie/Sie vollziehen

II Präteritum

  • ich vollzöge
  • du vollzögest
  • er/sie/es vollzöge
  • wir vollzögen
  • ihr vollzöget
  • sie/Sie vollzögen

I Perfekt

  • ich habe vollzogen
  • du habest vollzogen
  • er/sie/es habe vollzogen
  • wir haben vollzogen
  • ihr habet vollzogen
  • sie/Sie haben vollzogen

I Futur 1

  • ich werde vollziehen
  • du werdest vollziehen
  • er/sie/es werde vollziehen
  • wir werden vollziehen
  • ihr werdet vollziehen
  • sie/Sie werden vollziehen

I Futur 2

  • ich werde vollzogen haben
  • du werdest vollzogen haben
  • er/sie/es werde vollzogen haben
  • wir werden vollzogen haben
  • ihr werdet vollzogen haben
  • sie/Sie werden vollzogen haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte vollzogen
  • du hättest vollzogen
  • er/sie/es hätte vollzogen
  • wir hätten vollzogen
  • ihr hättet vollzogen
  • sie/Sie hätten vollzogen

II Futur 1

  • ich würde vollziehen
  • du würdest vollziehen
  • er/sie/es würde vollziehen
  • wir würden vollziehen
  • ihr würdet vollziehen
  • sie/Sie würden vollziehen

II Futur 2

  • ich würde vollzogen haben
  • du würdest vollzogen haben
  • er/sie/es würde vollzogen haben
  • wir würden vollzogen haben
  • ihr würdet vollzogen haben
  • sie/Sie würden vollzogen haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Vollziehe! / (du) Vollzieh!
  • (wir) Vollziehen wir!
  • (ihr) Vollzieht!
  • (Sie) Vollziehen Sie!

Partizip

Präsens

  • vollziehend

Perfekt

  • vollzogen

Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Vollziehen,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Vollziehen? Typ gewoon Vollziehen in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: