Werkwoordvervoeging

Vervoegen Winken In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich winke
  • du winkst
  • er/sie/es winkt
  • wir winken
  • ihr winkt
  • sie/Sie winken

Präteritum

  • ich winkte
  • du winktest
  • er/sie/es winkte
  • wir winkten
  • ihr winktet
  • sie/Sie winkten

Perfekt

  • ich habe gewinkt
  • du hast gewinkt
  • er/sie/es hat gewinkt
  • wir haben gewinkt
  • ihr habt gewinkt
  • sie/Sie haben gewinkt

Plusquamperfekt

  • ich hatte gewinkt
  • du hattest gewinkt
  • er/sie/es hatte gewinkt
  • wir hatten gewinkt
  • ihr hattet gewinkt
  • sie/Sie hatten gewinkt

Futur 1

  • ich werde winken
  • du wirst winken
  • er/sie/es wird winken
  • wir werden winken
  • ihr werdet winken
  • sie/Sie werden winken

Futur 2

  • ich werde gewinkt haben
  • du wirst gewinkt haben
  • er/sie/es wird gewinkt haben
  • wir werden gewinkt haben
  • ihr werdet gewinkt haben
  • sie/Sie werden gewinkt haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich winke
  • du winkest
  • er/sie/es winke
  • wir winken
  • ihr winket
  • sie/Sie winken

II Präteritum

  • ich winkte
  • du winktest
  • er/sie/es winkte
  • wir winkten
  • ihr winktet
  • sie/Sie winkten

I Perfekt

  • ich habe gewinkt
  • du habest gewinkt
  • er/sie/es habe gewinkt
  • wir haben gewinkt
  • ihr habet gewinkt
  • sie/Sie haben gewinkt

I Futur 1

  • ich werde winken
  • du werdest winken
  • er/sie/es werde winken
  • wir werden winken
  • ihr werdet winken
  • sie/Sie werden winken

I Futur 2

  • ich werde gewinkt haben
  • du werdest gewinkt haben
  • er/sie/es werde gewinkt haben
  • wir werden gewinkt haben
  • ihr werdet gewinkt haben
  • sie/Sie werden gewinkt haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte gewinkt
  • du hättest gewinkt
  • er/sie/es hätte gewinkt
  • wir hätten gewinkt
  • ihr hättet gewinkt
  • sie/Sie hätten gewinkt

II Futur 1

  • ich würde winken
  • du würdest winken
  • er/sie/es würde winken
  • wir würden winken
  • ihr würdet winken
  • sie/Sie würden winken

II Futur 2

  • ich würde gewinkt haben
  • du würdest gewinkt haben
  • er/sie/es würde gewinkt haben
  • wir würden gewinkt haben
  • ihr würdet gewinkt haben
  • sie/Sie würden gewinkt haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Winke!
  • (wir) Winken wir!
  • (ihr) Winkt!
  • (Sie) Winken Sie!

Partizip

Präsens

  • winkend

Perfekt

  • gewinkt

Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Winken,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Winken? Typ gewoon Winken in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: