Werkwoordvervoeging
Vervoegen Bostitchen In het DuitsIndikativ
Präsens
- ich bostitche
- du bostitchst
- er/sie/es bostitcht
- wir bostitchen
- ihr bostitcht
- sie/Sie bostitchen
Präteritum
- ich bostitchte
- du bostitchtest
- er/sie/es bostitchte
- wir bostitchten
- ihr bostitchtet
- sie/Sie bostitchten
Perfekt
- ich habe gebostitcht
- du hast gebostitcht
- er/sie/es hat gebostitcht
- wir haben gebostitcht
- ihr habt gebostitcht
- sie/Sie haben gebostitcht
Plusquamperfekt
- ich hatte gebostitcht
- du hattest gebostitcht
- er/sie/es hatte gebostitcht
- wir hatten gebostitcht
- ihr hattet gebostitcht
- sie/Sie hatten gebostitcht
Futur 1
- ich werde bostitchen
- du wirst bostitchen
- er/sie/es wird bostitchen
- wir werden bostitchen
- ihr werdet bostitchen
- sie/Sie werden bostitchen
Futur 2
- ich werde gebostitcht haben
- du wirst gebostitcht haben
- er/sie/es wird gebostitcht haben
- wir werden gebostitcht haben
- ihr werdet gebostitcht haben
- sie/Sie werden gebostitcht haben
Konjunktiv
I Präsens
- ich bostitche
- du bostitchest
- er/sie/es bostitche
- wir bostitchen
- ihr bostitchet
- sie/Sie bostitchen
II Präteritum
- ich bostitchte
- du bostitchtest
- er/sie/es bostitchte
- wir bostitchten
- ihr bostitchtet
- sie/Sie bostitchten
I Perfekt
- ich habe gebostitcht
- du habest gebostitcht
- er/sie/es habe gebostitcht
- wir haben gebostitcht
- ihr habet gebostitcht
- sie/Sie haben gebostitcht
I Futur 1
- ich werde bostitchen
- du werdest bostitchen
- er/sie/es werde bostitchen
- wir werden bostitchen
- ihr werdet bostitchen
- sie/Sie werden bostitchen
I Futur 2
- ich werde gebostitcht haben
- du werdest gebostitcht haben
- er/sie/es werde gebostitcht haben
- wir werden gebostitcht haben
- ihr werdet gebostitcht haben
- sie/Sie werden gebostitcht haben
II Plusquamperfekt
- ich hätte gebostitcht
- du hättest gebostitcht
- er/sie/es hätte gebostitcht
- wir hätten gebostitcht
- ihr hättet gebostitcht
- sie/Sie hätten gebostitcht
II Futur 1
- ich würde bostitchen
- du würdest bostitchen
- er/sie/es würde bostitchen
- wir würden bostitchen
- ihr würdet bostitchen
- sie/Sie würden bostitchen
II Futur 2
- ich würde gebostitcht haben
- du würdest gebostitcht haben
- er/sie/es würde gebostitcht haben
- wir würden gebostitcht haben
- ihr würdet gebostitcht haben
- sie/Sie würden gebostitcht haben
Imperativ
Präsens
- (du) Bostitche! / (du) Bostitch!
- (wir) Bostitchen wir!
- (ihr) Bostitcht!
- (Sie) Bostitchen Sie!
Partizip
Präsens
- bostitchend
Perfekt
- gebostitcht
Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Bostitchen,bekijk dan onze Duitse lessen!!
Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc.
Niet zeker hoe je een werkwoord moet Bostitchen? Typ gewoon Bostitchen in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen!
Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps:
Download gratis onze vervoeg-apps: