Duitse werkwoorden vervoegen

Werkwoordvervoeging

Vervoegen Vermitteln In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich vermittle
  • du vermittelst
  • er/sie/es vermittelt
  • wir vermitteln
  • ihr vermittelt
  • sie/Sie vermitteln

Präteritum

  • ich vermittelte
  • du vermitteltest
  • er/sie/es vermittelte
  • wir vermittelten
  • ihr vermitteltet
  • sie/Sie vermittelten

Perfekt

  • ich habe vermittelt
  • du hast vermittelt
  • er/sie/es hat vermittelt
  • wir haben vermittelt
  • ihr habt vermittelt
  • sie/Sie haben vermittelt

Plusquamperfekt

  • ich hatte vermittelt
  • du hattest vermittelt
  • er/sie/es hatte vermittelt
  • wir hatten vermittelt
  • ihr hattet vermittelt
  • sie/Sie hatten vermittelt

Futur 1

  • ich werde vermitteln
  • du wirst vermitteln
  • er/sie/es wird vermitteln
  • wir werden vermitteln
  • ihr werdet vermitteln
  • sie/Sie werden vermitteln

Futur 2

  • ich werde vermittelt haben
  • du wirst vermittelt haben
  • er/sie/es wird vermittelt haben
  • wir werden vermittelt haben
  • ihr werdet vermittelt haben
  • sie/Sie werden vermittelt haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich vermittle
  • du vermittelst
  • er/sie/es vermittle
  • wir vermitteln
  • ihr vermittelt
  • sie/Sie vermitteln

II Präteritum

  • ich vermittelte
  • du vermitteltest
  • er/sie/es vermittelte
  • wir vermittelten
  • ihr vermitteltet
  • sie/Sie vermittelten

I Perfekt

  • ich habe vermittelt
  • du habest vermittelt
  • er/sie/es habe vermittelt
  • wir haben vermittelt
  • ihr habet vermittelt
  • sie/Sie haben vermittelt

I Futur 1

  • ich werde vermitteln
  • du werdest vermitteln
  • er/sie/es werde vermitteln
  • wir werden vermitteln
  • ihr werdet vermitteln
  • sie/Sie werden vermitteln

I Futur 2

  • ich werde vermittelt haben
  • du werdest vermittelt haben
  • er/sie/es werde vermittelt haben
  • wir werden vermittelt haben
  • ihr werdet vermittelt haben
  • sie/Sie werden vermittelt haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte vermittelt
  • du hättest vermittelt
  • er/sie/es hätte vermittelt
  • wir hätten vermittelt
  • ihr hättet vermittelt
  • sie/Sie hätten vermittelt

II Futur 1

  • ich würde vermitteln
  • du würdest vermitteln
  • er/sie/es würde vermitteln
  • wir würden vermitteln
  • ihr würdet vermitteln
  • sie/Sie würden vermitteln

II Futur 2

  • ich würde vermittelt haben
  • du würdest vermittelt haben
  • er/sie/es würde vermittelt haben
  • wir würden vermittelt haben
  • ihr würdet vermittelt haben
  • sie/Sie würden vermittelt haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Vermittle! / (du) Vermittele!
  • (wir) Vermitteln wir!
  • (ihr) Vermittelt!
  • (Sie) Vermitteln Sie!

Partizip

Präsens

  • vermittelnd

Perfekt

  • vermittelt
Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Vermitteln,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Vermitteln? Typ gewoon Vermitteln in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: